Mein Vater kauft für mein.... Schwester neue Sportschuhe.
Stap 1a: Van welk woord moet je de uitgang zoeken? Stap 1b: bij welke groep hoort het woord? der-groep / ein-groep Schrijf de antwoorden onder elkaar op.
Slide 7 - Open vraag
Mein Vater kauft für mein.... Schwester neue Sportschuhe.
Stap 2a: Welk zelfstandig naamwoord hoort bij mein...? Stap 2b: is het zelfstandig woord: mannelijk/vrouwelijk/onzijdig/meervoud Schrijf de antwoorden onder elkaar op.
Slide 8 - Open vraag
Mein Vater kauft für mein.... Schwester neue Sportschuhe.
Stap 3a: Welk woord (voorzetsel) bepaald hier de naamval? Stap 3b:Welke naamval heeft het woord: 1e naamval/3e naamval/4e naamval Schrijf de antwoorden onder elkaar op.
Slide 9 - Open vraag
Mein Vater kauft für mein.... Schwester neue Sportschuhe.
Schrijf nu "mein" over en zet het uitgang erachter --> mein....??
Slide 10 - Open vraag
Die Blume ist für ............ Opa (m).
A
der/ mein
B
den / meinen
C
die / meine
D
das / mein
Slide 11 - Quizvraag
Er geht durch .......... Zimmer (o)
A
einen/ den
B
ein / das
C
der / ein
D
eine / die
Slide 12 - Quizvraag
Ohne ........... Vater werde ich es nicht tun.
A
mein
B
meiner
C
meinen
D
meine
Slide 13 - Quizvraag
Die Familie sitzt um ...... Tisch (m)
A
der /einen
B
die /eine
C
das / ein
D
den / einen
Slide 14 - Quizvraag
Liefdesgedicht
Hij zei tegen haar
Ik ben door de liefde niet bevrijd
Ik kan niet zonder jou
Ik geefomjou
Ik doe alles voor jou
Slide 15 - Tekstslide
Hausaufgaben
Lerne Lernbox 1:
Lerne gram A
Mache aus Na Klar Lektion 4.1 → Übung: 10, 11 und 12