les 6 - cursus 7 Spelling - §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

les 6 - cursus 7 Spelling - §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 6 - cursus 7 Spelling - §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Hallo 1va
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en je leesboek
timer
10:00
Wat ga we doen vandaag?
  • Wat weet je nog?
  •  Uitleg werkwoorden
  • Zelfstandig werken
  • Nakijken opgaven §3
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Vul de juist vorm van het werkwoord in:
timer
1:00
Fatima vraagt: ".... je mee naar de aula?" (lopen)

Jos .... graag naar series op Netflix (kijken)

Als de laatste bel gaat, .... ik zo snel mogelijk de school uit. (rennen)

Sander en Dennis .... graag mee met de muziek (zingen)

  • Loop

  • kijkt

  • ren


  • zingen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm spelt als je/jij achter de persoonsvorm staat

Slide 4 - Tekstslide

Waarom spelling?

Slide 5 - Tekstslide

De PVTT
Je gebruikt de ik-vorm;
Hoe vind je die?

  • De ik-vorm: werkwoord -en
  • Drinken - en =
  • drink

Slide 6 - Tekstslide

De PVTT
Let op!
- Uitzonderingen:
  • Soms moet je een letter toevoegen laden -> 
  • Ik-vorm = laad
  • of weglaten remmen -> 
  • Ik-vorm = rem
  • Een z wordt een s (bonzen) bonzen -> 
  • Ik-vorm = bons
  • Een v wordt een  f (blijven) blijven -> 
  • Ik-vorm = blijf
  • Scheidbare werkwoorden (opschrijven) 
  • Ik schrijf op

Slide 7 - Tekstslide

Hoe schrijf je de PVTT?
- Staat er ik  voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm:
Ik lach, ik vind, ik kook, ik wandel, ik studeer, ik schrijf op.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je de PVTT?
- Staat er ik  voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm:
Ik lach, ik vind, ik kook, ik wandel, ik studeer, ik schrijf op.
- Staat jij of je achter de PV waar je jij  van kunt maken? Schrijf de ik-vorm: 
Lach je? Vind je? Knoei je?




Slide 9 - Tekstslide

Hoe schrijf je de PVTT?
- Staat er ik  voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm;
- Staat jij of je achter de PV waar je jij van kunt maken? Schrijf de ik-vorm;
- In alle andere gevallen in enkelvoud, gebruik ik-vorm + t:
Jij lacht, je broer vindt, zij knoeit, hij fietst, je vader werkt, etc.


Slide 10 - Tekstslide

Hoe schrijf je de PVTT?
- Staat er ik  voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm;
- Staat jij of je achter de PV waar je jij van kunt maken? Schrijf de ik-vorm;
- In alle andere gevallen in enkelvoud, gebruik ik-vorm + t:
- In alle gevallen van meervoud: gebruik het hele werkwoord:
Wij/Jullie/Zij lachen, de docenten werken, de mensen lopen


Slide 11 - Tekstslide

Zelf oefenen
Cursus 4 taal - §3 taalverandering
Cursus 7 - Spelling § 7 persoonsvorm tegenwoordige tijd
Wat: Opdracht 1 en 2 p. 94 en 95 afmaken en maak opdr. 1,  3 en 4 (blz. 252-253)
Hoe:  Zelfstandig in je schrift
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 20 min.
Uitkomst: Geoefend met taalverandering en pvtt
Klaar?
Lezen in je leesboek of ander huiswerk
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Rustig je spullen opruimen en blijven zitten tot de bel gaat.


Fijne dag!

Slide 13 - Tekstslide