20210929 VLG221AH niveau 2 leerjaar 2v2 Werkwoordspelling - Verleden tijd

Nederlands
DVLG221AH
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
DVLG221AH

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen


  • Werkwoordspelling - verleden tijd
  • Huiswerk: verhaal

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zelfwerktijd: Werkwoordspelling - Verleden tijd 

  • STUDIEMETER 2F:
    Werkwoordspelling Verleden tijd - oefening 1 tm 5

Slide 4 - Tekstslide

persoonsvorm verleden tijd  
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud  
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 
lopen - liepen 
slapen - sliepen 
geven - gaven 

+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verleden tijd: sterke werkwoorden
In de verleden tijd verandert alleen de persoonsvorm:

BRENGEN: ik bracht je naar huis
SMURVEN: ik smurfte je naar huis
WORDEN: ik werd naar huis gebracht

Slide 7 - Tekstslide

Verleden tijd
Je hebt te maken met:

regelmatige werkwoorden
onregelmatige werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kijk naar het hele werkwoord
Haal -en ervan af.
Is het een medeklinker uit’T K O F S C H I P?
eem de ‘ik-vorm’ van de onvoltooid tegenwoordige tijd.
1
Kijk naar het hele werkwoord
verhuizen
maken
2
Haal -en ervan af. 
Welke letter is dan de laatste letter?
z
k
3
Is het een medeklinker uit ’t ex kofschip?
nee
ja
4
Neem de ‘ik-vorm’ van de tegenwoordige tijd.
verhuis
maak
5
De verleden tijd is: ‘ik vorm’ + -te of -de
verhuisde
maakte

Slide 10 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
 de ik-vorm verandert in de verleden tijd van klank

Verzenden - ik verzend - ik verzond - ik heb verzonden
Blijven - ik blijf - ik bleef - ik ben gebleven

ONregelmatig = GEEN regel
 
 

Slide 11 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Geen klankverandering:

Ik fiets - ik fietste - ik ben gefietst
ik oefen - ik oefende - ik heb geoefend

REGELmatig: regel: 't ex kofschip

Slide 12 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden hebben een REGEL
Als je niet weet of het -te of -de moet zijn, dan gebruik je de regel van ‘T ex KOFSCHIP.

(of fokschaaptaxi, XTC-koffieschop)

Slide 13 - Tekstslide

Zwakke werkwoord + te/ten

ik maak+te
jij maak+te
hij maak+te
wij maak+ten
jullie maak+ten
zij maakt+en 





ik maakte
jij maakte
hij maakte
wij maakten
jullie maakten
zij maakten 

Slide 14 - Tekstslide

Zwakke werkwoord + de/den

ik meld+de
jij meld+de
hij meld+de
wij meld+den
jullie meld+den
zij meld+den



ik meldde
jij meldde
hij meldde
wij meldden
jullie meldden
zij meldden

Slide 15 - Tekstslide

Zelfwerktijd: Verhaal in de verleden tijd.

  • Schrijf een verhaal van 200 woorden volledig in de verleden tijd op de laptop.
  • Als het verhaal af is geef je de laptop door aan jouw buurman of buurvrouw en hij/zij gaat jouw verhaal beoordelen. 
  • Het verhaal moet gaan over een schooldag van de afgelopen maand.
  • Let op spelling, grammatica en stijl. 
  • Het verhaal moet goed leesbaar zijn
    (DUS NIET zinnen beginnen met: en toen en toen en toen of ik, ik, ik)

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik
  • Werkwoordspelling - verleden tijd
  • Huiswerk: verhaal

Slide 17 - Tekstslide