Basiscursus Nederlands 2/3F

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke zaken zijn belangrijk om een tekst goed te kunnen begrijpen?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen?
A
87 - 90%
B
90 - 93%
C
93-95%
D
95 - 98%

Slide 10 - Quizvraag

Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je tussen de 95 en 98% van de gebruikte woorden kennen.
 
Ken je 90% van de woorden, dan wordt het al lastig om de tekst te begrijpen, want dat komt er op neer dat je een op de tien woorden niet begrijpt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ze hebben me bij het huis van mijn oom afgezet. DAT had ik al eens eerder gezien.

DAT verwijst naar ..........

Slide 22 - Open vraag

Voor dat nieuwe gebouw achter ons huis ligt een gracht. HET ligt dus aan het water.

HET verwijst naar ........

Slide 23 - Open vraag

Gerard en ik hebben dat als eerste gedaan. Ik weet niet of dat ONZE plicht was.

ONZE verwijst naar ........

Slide 24 - Open vraag

Eigenlijk zijn verwijzingen helemaal niet moeilijk, want je kunt ZE met een vraagwoord vaak zo vinden.

ZE verwijst naar

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Zinnen staan niet zomaar achter elkaar. Vaak hebben ze een verband met elkaar. Zo kan in een bepaalde zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van een zinsverband.

In examens of toetsen wordt eigenlijk altijd naar verbanden binnen een tekst gevraagd.

Slide 32 - Tekstslide

Waarom zijn tekstverbanden eigenlijk belangrijk?

Wat heb je eraan?

Slide 33 - Open vraag

 Het verband tussen zinnen kun je bepalen door
goed naar de inhoud te kijken. Ook wordt het verband vaak aangegeven door een
signaalwoord of een groepje signaalwoorden. Een signaalwoord geeft als het ware een seintje
aan de lezer: let op, nu komt er een voorbeeld of een uitleg.

Slide 34 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden; voorbeelden
Opsomming
Na een uitspraak of bewering 
achter elkaar genoemd.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide