Les 1 - Kranten

Wat is een krant?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is een krant?

Slide 1 - Open vraag

Noem alle kranten die je kent.

Slide 2 - Open vraag

Kranten

Slide 3 - Woordweb

Oplage en bereik
De oplage is het aantal kranten dat per dag gedrukt wordt.
Het bereik is het aantal mensen dat de krant leest, inclusief de digitale lezers. 
Grootste kranten:
- Telegraaf (bereik: 1.6 miljoen)
- Algemeen Dagblad (1.5 miljoen)
- De Volkskrant (1.1 miljoen)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Op welke redactie zou jij het liefst werken?

Slide 6 - Open vraag

Hoe onderscheiden kranten zich?
  • Lay-out 
  • Onderwerp (focus)
  • Taalgebruik (tone of voice)
  • Politieke voorkeur (links/rechts)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
  •  Ga in je groepje zitten;
  • Ieder groepje krijgt van de docent een krant;
  • Noteer op een blaadje: welke redacties kent jullie krant?
  • Klaar? Wat zou de krant nog kunnen verbeteren waardoor jij de krant zou gaan lezen?

Slide 8 - Tekstslide

Noteer op je blaadje het antwoord op de volgende vragen
  • Noem vier verschillende kranten; 
  • Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een verslaggever en een redacteur;
  • Op welke vier vlakken onderscheiden kranten zich van elkaar?
  • Welke krant heeft de hoogste oplagecijfers?

Slide 9 - Tekstslide

Dit moet je na deze les weten
  • Verschil tussen verslaggever en redacteur;
  • Hoe onderscheiden kranten zich (lay-out, onderwerp, politieke voorkeur, tone of voice);
  • Oplagecijfers van de genoemde kranten.

Slide 10 - Tekstslide