Samenstellingen / werkwoordspelling les 2 (14/06)

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 2, 3, 5, 6 en 7 op bladzijde 116-117)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 2, 3, 5, 6 en 7 op bladzijde 116-117)

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen / werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Verkennen
- Theorie
- Werken aan de opdracht 


Aan het einde van de les heb je de spellingsregels geleerd hoe je samengestelde woorden juist spelt.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 2, 3, 5, 6 en 7 op bladzijde 116-117

Slide 4 - Tekstslide

Theorie 
Samenstellingen 

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen 
Aaneenschrijven:
  • woorden met één klemtoon -> feestbeest 
  • Samenstellingen met zelfstandig naamwoorden of andere woordsoorten ->
    lichtgeel, loodzwaar 
  • samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden -> afmaken, lesgegeven 
  • bijwoorden er, hier, daar en waar vormen vaak een samenstelling -> eraf, hierheen, daarvandaan, waarnaartoe
  • Engelse leenwoorden schrijf je met andere Engelse of Nederlandse woorden vast -> flatscreen, sportoutfit
  • Eigennaam -> TikTokdansje 

Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen
Spaties:
  • Als in een eigennaam al een spatie staat, dan blijft deze behouden
  • Soms ligt het aan de betekenis 

  • Anne Frankhuis, Red Bullverslaving, Dode Zeezout 

  • Wat een fantastisch uitzicht!
  • Het schip verdween langzaam uit zicht. 
  • Weet je wie er meedoen vanavond?
  • Ik vraag me af wat ze ermee doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen 
Tussen -s:
  • Als je een -s hoort 
  • Soms hoor je de -s niet bij het eerste deel, vervang deze dan om te controleren

  • Koningsdag, buitenshuis
  • Dorpsstraat -> dorpshuis 
  • Levensstijl -> levensgevaarlijk 

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen
Tussen -en:
  • Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en

  • Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel 

Tussen -er: 
  • Je schrijf de tussen -er meestal bij woorden die in het meervoud eindigen op -eren 

  • eierdop, kinderfiets 

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen  
Tussen -e:
  • Je schrijft een tussen -e als het linkerdeel van de samenstelling bij:
  • een meervoud heeft op -s -> aspergesoep 
  • een meervoud heeft dat zowel -s als op -(e)n kan eindigen -> keuzestress 
  • geen meervoud heeft -> roggebrood 
  • uniek is, er bestaat er maar één van -> zonneschijn 
  • een bijvoeglijk naamwoord versterkt -> apetrots 

Slide 10 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak het werkblad van werkwoordspelling 
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
10:30

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk

Ik zal de antwoorden van het werkwoordspellingsblad in Teams zetten.

Slide 12 - Tekstslide