Taalverzorging C

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (4, 5, 7 en 8 op bladzijde 128-129)



1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (4, 5, 7 en 8 op bladzijde 128-129)



Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les heb je de spelling van samenstellingen geleerd. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
4, 5, 7 en 8 op bladzijde 128-129

Slide 4 - Tekstslide

Theorie samenstellingen

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen 
Aaneenschrijven:
  • woorden met één klemtoon 
  • samengestelde werkwoorden en samenstellingen die afgeleid zijn van werkwoorden
  • Engelse leenwoorden schrijf je met andere Engelse of Nederlandse woorden vast 
  • Eigennaam 

  • Feestbeest, minimumleeftijd 
  • lichtgeel, loodwaar
  • afmaken, lesgegeven, dagdroomde 
  • eraf, hierheen, daarvandaan 
  • flatscreen, sportoutfit, TikTokdansje 

Slide 6 - Tekstslide

Samenstellingen
Spaties:
  • Als in een eigennaam al een spatie staat, dan blijft deze behouden
  • Soms ligt het aan de betekenis 

  • Anne Frankhuis, Red Bullverslaving, Dode Zeezout 

  • Wat een fantastisch uitzicht!
  • Het schip verdween langzaam uit zicht. 
  • Weet je wie er meedoen vanavond?
  • Ik vraag me af wat ze ermee doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen 
Tussen -s:
  • Als je een -s hoort 
  • Soms hoor je de -s niet bij het eerste deel, vervang deze dan om te controleren

  • Koningsdag, buitenshuis
  • Dorpsstraat -> dorpshuis 
  • Levensstijl -> levensgevaarlijk 

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen
Tussen -en:
  • Als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en

  • Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel 

Tussen -er: 
  • Je schrijf de tussen -er meestal bij woorden die in het meervoud eindigen op -eren 

  • eierdop, kinderfiets 

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen  
Tussen -e:
  • Je schrijft een tussen -e als het linkerdeel van de samenstelling bij:
  • een meervoud heeft op -s -> aspergesoep 
  • een meervoud heeft dat zowel -s als op -(e)n kan eindigen -> keuzestress 
  • geen meervoud heeft -> roggebrood 
  • uniek is, er bestaat er maar één van -> zonneschijn 
  • een bijvoeglijk naamwoord versterkt -> apetrots 

Slide 10 - Tekstslide

Samenstellingen  
Koppelteken:
  • als klinkers 'botsen' -> zee-eend 
  • bij gelijkwaarde combinaties -> chef-kok, singer-songwriter 
  • tussen alle woorden van een vaste woordgroep -> een-op-een, kant-en-klaarmaaltijd 
  • aardrijkskunde namen en samenstellingen -> West-Terschelling, Schouwen-Duiveland
  • na afkortingen, letter, cijfers en speciale tekens -> PvdA-leden, L-vormig 
  • samenstelling waarin het volgende deel begint met een hoofdletter -> oud-Hollands
  • tussen anderstalige woorden die normaal los geschreven worden -> déjà-vugevoel 

Slide 11 - Tekstslide

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 3 t/m 7 op bladzijde 132-133
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor woensdag
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 176-179 van je handboek 




timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide