Disk thema 15 - deel 2

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Welkom!

Maandag 4 oktober

Pak een laptop

1. Ga naar office.com

2. Ga naar SharePoint en open het document van de woorden van thema 15

3. Wacht tot je een woord krijg van mevrouw.

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Nederland.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Even nadenken:
Welke woorden van thema 15 weet je nog?

schitterend

• iets wat heel erg mooi is;
• iets wat eruit ziet als glitters;
• Zin: Zij heeft vandaag echt een schitterende jurk aan.

tegenwoordig

• iets van deze tijd;
• iets wat nu is.
• Zin: Tegenwoordig heeft bijna iedereen een mobiele telefoon.

overtuigen

• je wilt dat iemand dezelfde mening krijgt als jij;
• argumenten en feiten gebruiken je om iemand te overtuigen.
• zin: De winkelier probeert hem er van te overtuigen om een nieuwe telefoon te kopen. 

neerzetten

• iets op een lagere plek zetten;
• je kunt alleen iets neerzetten als het ook kan staan.
• Zin: Wil je mijn tas even op de grond neerzettten? Ik heb zo'n last van mijn rug. 

het verschil

• iets wat niet hetzelfde is;
• zin: Er zijn veel verschillen tussen de leerlingen hier op school. Maar 1 ding is hetzelfde; ze komen hier allemaal om de Nederlandse taal te leren.

Vul het goede woord in.

Hierna lees je een zin en jij moet het goede woord kiezen.

Ze hebben een nieuw huis gekocht. Het is echt ....!

Wat voor werk doet je vader .....?

Als ik een nieuwe telefoon van mijn ouders wil, moet ik goede argumenten hebben om ze te kunnen ...

Wat is het ... tussen een mandarijn en een sinaasappel?

Die boodschappentas is erg zwaar, kun je hem niet beter even .... tot je de bus in kunt?

Zinnen maken

Maak zinnen met de woorden.

Regels:

- denk aan de leestekens en hoofdletters;

- je schrijft 3 zinnen, je mag zelf kiezen welke woorden je gebruikt.

De woorden: de activiteit, allereerst, allerlei, beperkt, het advies

Maak je eerste zin.

Maak je tweede zin.

Maak je derde zin.

We gaan verder met Beter Nederlands.

1. nakijken oefening 7 t/m 10

2. Uitleg blz. 21 en 22

3. Huiswerk - Oefening 11 t/m 14