3M NASK1 herhaling periode 2
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Droog hout heeft een verbrandingswarmte van 16 MJ/kg. dit is
A
16.000 J/gram
B
16 mJ/gram
C
16 J/gram
D
1,6 kJ/gram
Slide 4 - Quizvraag
Tim verbrand gemiddeld 3,2kg hout in zijn open haard op een koude winteravond om zijn woonkamer warm te houden. De verbrandingswarmte van hout is 16 kJ/gram
Hoeveel warmte energie levert de hoeveelheid hout die Tim verbrand heeft op 1 avond?
Hoeveel warmte energie levert de hoeveelheid hout die Tim verbrand heeft op 1 avond?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Een kolencentrale verbrandt steenkool om energie op te wekken voor huishoudens. Per uur verbrandt deze centrale 1750 kg steenkool.
Steenkool heeft een verbrandingswarmte van 29.000 kJ per kilogram. Hoeveel MJ levert deze centrale per dag?
Steenkool heeft een verbrandingswarmte van 29.000 kJ per kilogram. Hoeveel MJ levert deze centrale per dag?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
In Frankrijk is een stuwmeer gebouwd in de bergen op 1143m hoogte. Wanneer de sluizen open worden gezet, dan stroomt er per seconde 2.800L water naar beneden.
Bereken de massa van het water in gram (dichtheid van water vind je in je BINAS).
Bereken de massa van het water in gram (dichtheid van water vind je in je BINAS).
A
2.800.000 g
B
280.000 g
C
2.800 g
D
280 kg
Slide 11 - Quizvraag
In Frankrijk is een stuwmeer gebouwd in de bergen op 1143m hoogte. Wanneer de sluizen open worden gezet, dan stroomt er per seconde 2.800.000 g water naar beneden.
Bereken de energie in MJ die dit stuwmeer per uur oplevert.
Bereken de energie in MJ die dit stuwmeer per uur oplevert.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Een bi-metaal bestaat uit ijzer en aluminium. Aluminium zet bij verwarming meer uit dan ijzer.
Het bi-metaal wordt afgekoeld. In welke tekening is juist aangegeven hoe het
bi-metaal zal kromtrekken?
Het bi-metaal wordt afgekoeld. In welke tekening is juist aangegeven hoe het
bi-metaal zal kromtrekken?
A
A
B
B
Slide 19 - Quizvraag
De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt
Slide 20 - Quizvraag
Welke van de onderstaande antwoorden is geen eenheid van temperatuur?
A
Celsius
B
Newton
C
Kelvin
D
Fahrenheit
Slide 21 - Quizvraag
wat is de temperatuur?
A
38,3 C
B
38,8 C
C
38,6 C
D
38,6 K
Slide 22 - Quizvraag
In een fietsband zit lucht. De band is hard opgepompt. De lucht in de band geeft een tegendruk.
Wat kun je zeggen over de tegendruk?
Wat kun je zeggen over de tegendruk?
A
De tegendruk in de band is even groot als de luchtdruk.
B
De tegendruk in de band is groter dan de luchtdruk.
C
De tegendruk in de band is kleiner dan de luchtdruk.
Slide 23 - Quizvraag
De luchtdruk buiten bedraagt 1013 mbar. De band wordt opgepompt tot 2 bar Wat is de absolute druk
A
1011 mbar
B
1015 mbar
C
3013 mbar
D
- 1013 mbar
