2.3

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Enorme oppervlakte
Noordpoolgebied ligt in de noordpoolcirkel: de breedtegraad van 66½° N.B. 
Hoge breedte & hele jaar koud
Inuit
- Bewoners kustgebied Noordelijke IJszee (150.000 mensen)
Groenland:
- Grootste eiland op aarde
- 60.000 inwoners in kustgebieden
- Binnenland bedekt met sneeuw en ijs
- Lage bevolkingsdichtheid 


Slide 3 - Tekstslide

Waardoor is het op hoge breedte koud? Schrijf 2 oorzaken op

Slide 4 - Open vraag

Korte weg door dampkring
bij A loodrecht
Kleiner oppervlak
bij A loodrecht

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

B49 Luchtstreken 
De temperatuurzones op aarde noem je luchtstreken.
Wiskundige begrenzing - breedtecirkels
Thermische begrenzing - isothermen

Tropen
Gematigde zone
Poolstreken
Kenmerk
Altijd warm
Niet te warm, niet te koud
Altijd koud
Breedtegraad
tussen 23½⁰ N.B. en Z.B.
23½⁰ en 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
vanaf 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
Grens
Keerkringen
Subtropen
Poolcirkels

Slide 7 - Tekstslide

Toendra
Toendra:
- bewoonde delen Groenland
- hele jaar kouder dan 10 °C
- grassen, mossen en lage struikjes
- geen bomen -> boomgrens -> isotherm 10 °C

Taiga:
- Canada en Rusland
- zomers warmer dan 10 °C
- winter kouder dan -3°C
- naaldbossen

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken toendra
Winter:
- lange winters
- sneeuw en ijs
- 9 maanden per jaar bevroren bodem -> permafrost

Zomer:
- Korte zomers
- sneeuw en ijs smelten
- smeltwater kan niet in de grond zakken + weinig verdamping -> drassig

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3
Wat: Opdrachten 1 t/m 5
Hoe: Overleg fluisterend
Tijd: Tot einde van de les 
= Huiswerk volgende les


Slide 10 - Tekstslide

Vandaag:
1. Floortje Dessing
2. Uitleg 2.3
3. Afmaken opdrachten + herhaling 2.3


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Sneeuw en ijs
Regel: Hoe noordelijker je komt, hoe kouder het wordt.
-  geen plantengroei
- alleen sneeuw

• De laag met eeuwige sneeuw wordt steeds dikker en samengeperst tot ijs = landijs

• Bevroren zeewater = zee-ijs:
1. pakijs: ijsschotsen aan elkaar vastgevroren
2. drijfijs: drijvende stukken ijs


Slide 13 - Tekstslide

Smeltend ijs 
Noordelijke IJszee:
- winter: bevroren
- zomer: ijs smelt sneller dan normaal door opwarming aarde ->
•zee-ijs: dunner en kleiner in omvang
•landijs: minder langs randen, meer in midden

 Gevolg: nieuwe noordelijke zeeroutes mogelijk naar Azië.

Slide 14 - Tekstslide

B85 Loofbos
In de gematigde zone: in de zomer gemiddeld > 10 ⁰C en in de winter > -3 ⁰C
Er groeien loofbomen, zoals eiken en beuken
-> loofboomgordel 

• In de subtropen is het gemiddeld warmer en in de zomer droger 
-> mediterrane plantengroei: palmen, olijfbomen, vijgen, kurkeiken

Slide 15 - Tekstslide

B86 Naaldbos (taiga)
In de naaldboomgordel of taiga groeien bijna alleen naaldbomen.
  •  in de gematigde zone tegen de poolstreken aan
  • in de zomer is het gemiddeld > 10 ⁰C 
  • als het kouder is: boomgrens en toendra

 Geen scherpe grens tussen loofboomgordel en naaldboomgordel: gemengd bos

Slide 16 - Tekstslide

Overgang temperatuur

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3
Wat: Opdrachten 6 t/m 8 + herhaling
Hoe: Overleg fluisterend
Tijd: Tot einde van de les 
= Huiswerk volgende les


Slide 18 - Tekstslide