8.1 Soorten krachten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

8.1 Soorten krachten

Leerdoelen

Je kent minimaal vier soorten krachten.

Je weet hoe je de grootte van een kracht kan meten.

Je weet hoe je krachten moet tekenen.

Soorten krachten

- Spierkracht

- Zwaartekracht*

- Veerkracht

- Kleefkracht

- Windkracht

- Spankracht

- Magnetische kracht

Zwaartekracht

Aarde trekt met kracht appel naar beneden

Wrijvingskracht

Tegenwerkende kracht

Wielen en weg : rolweerstand

Fiets en lucht : luchtweerstand

Welke kracht geldt hier:
De kermisattractie schiet omhoog

1. veerkracht
2. zwaartekracht
3. spierkracht
4. kleefkracht

Welke kracht geldt hier:
een stuk kauwgom plakt aan je schoenzool

1. veerkracht
2. zwaartekracht
3. spierkracht
4. kleefkracht

Krachten meten

Krachtmeter 

Grootheid = kracht (F)                      (van Force)

Eenheid = Newton (N)

Krachtmeters kunnen verschillend meetbereik hebben.

Formule kracht

Kracht = massa x 10

F = m x 10

Eenheid kracht: Newton (N)

Massa moet hier in kg zijn!

Oefenen

Je broertje weegt 47 kg.

Wat is de zwaartekracht van je broertje?

Gegeven

Gevraagd

Formule

Berekening

Antwoord

Opdrachten maken

Opdracht 1 t/m 10

Blz. 192-194

 Klaar? Lesstof lezen blz. 190-192 + samenvatten

Wat veroorzaakt een kracht?

- snelheid voorwerp groter of kleiner maken

- richting van beweging veranderen

- vorm van voorwerp veranderen 

Tekenen van krachten

Met een pijl: vector

- Aangrijpingspunt : beginpunt van pijl

- Richting : waarin de kracht werkt

- Lengte : grootte van de kracht

Zwaartekracht altijd loodrecht naar beneden!!

Krachtenschaal

Oefenen

Blokje hangt aan een touw.

Massa van het blokje = 1,5 kg

Teken de zwaartekracht op het blokje

Oefenen

Blokje hangt aan een touw.

Massa van het blokje = 1,5 kg

Teken de zwaartekracht op het blokje

De zwaartekracht = 1,5 × 10 = 15 N

De pijl is 15 : 5 = 3 cm lang en wijst naar beneden.

Leerdoelen

Je kent minimaal vier soorten krachten.

Je weet hoe je de grootte van een kracht kan meten.

Je weet hoe je krachten moet tekenen.

Opdrachten maken

Opdracht 1 t/m 20

Blz. 192-196

 Klaar? Lesstof lezen blz. 190-192 + samenvatten

Extra lezen + maken, blz. 197+198

Opdracht 7

Massa	Zwaartekracht	Berekening
5 kg
1000 g
100 g
240 g
	120 N

Opdracht 7

Massa	Zwaartekracht	Berekening
5 kg	50 N	5 x 10 = 50 N
1000 g	10 N	1 x 10 = 10 N
100 g	1 N	0,1 x 10 = N
240 g	2,4 N	0,24 x 10 = 2,4 N
12 kg	120 N	120 / 10 = 12 kg

Opdracht 20 a

Blokje hangt aan een touw.

Massa van het blokje = 1,5 kg

Teken de zwaartekracht op het blokje

Opdracht 20 a

Blokje hangt aan een touw.

Massa van het blokje = 1,5 kg

Teken de zwaartekracht op het blokje

De zwaartekracht = 1,5 × 10 = 15 N

De pijl is 15 : 5 = 3 cm lang en wijst naar beneden.