Gerund

Gerund=werkwoord +ing
Het werkwoord wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gerund=werkwoord +ing
Het werkwoord wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na bepaalde voorzetsels
about, without, to , from, for, on, of
My parents are talking about going out.
I look forward to meeting you.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na werkwoorden die mening uitdrukken
To hate, to like, to prefer, to enjoy, to avoid, to remember, to refuse, to mind, to keep, to spend

I like spending money on my horse.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

als deel van het onderwerp
Following his advice could get you into trouble.
Criticising others is so easy.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de volgende werkwoorden:
to start, to begin, to continue en to stop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infinitive; to +ww
Na werkwoorden die een gevoel of gedachte uitdrukken, zoals to hope, to want, to expect, to choose en
to hesitate;

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na:
ask/ learn. decide/ expect/ hope/ learn/ offer/ plan. promise/ reduce

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In combinatie met would love, would hate, would like enz.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na: object of the sentence
I asked him to read this book

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na bijwoorden die mening geven
It is not easy to listen to hardcore music.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

They are afraid of..... (to swim) in the sea.

Slide 11 - Open vraag

bij korte werkwoorden verdubbelt de laatste medeklinker
She is good at.... (to dance)

Slide 12 - Open vraag

Let op dat bij werkwoorden die eindigen op een e, de e komt te vervallen.
Most people enjoy .... (to travel) to faraway countries

Slide 13 - Open vraag

Let op dat de laatste l in het Engels altijd verdubbelt.
Why do you always try to avoid ...(to do) your homework?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(To travel) _ is a good way to open your mind.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the gerund or infinitive:
They enjoy _________ (to swim).
A
swim
B
to swim
C
swimming

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infinitive or gerund?
Simon avoids ........................ peanuts as he is allergic to them.
A
to eat
B
eating

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

To infinitive or gerund?

I don't want ... yet!
A
Leaving
B
To leave

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I understand how to use the gerund and to+infinitive (to+hele ww.)
A
Yes I do!
B
No, I don't understand it yet...

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(to sing).....is one of my favourite hobbies
A
To sing
B
singing

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The film is worth ....(to see)

Slide 21 - Open vraag

seeing
My sister is always TALKING on the phone.
A
gerund
B
present continuous
C
Geen idee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een gerund is een..
A
..zelfstandig naamwoord dat gebruikt wordt als een werkwoord.
B
..werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na werkwoorden die ‘iets zeggen’ uitdrukken, zoals to agree, to promise, to demand, to forbid en to refuse;

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren: 
na: to learn, to manage, to fail en to tend.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerund vs Infinitive

He decided ............................... (study) biology.
A
to study
B
studying

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

To infinitive or gerund?

I don't want ... yet!
A
Leaving
B
To leave

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gerund or infinitive?
The film isn't worth ....
A
seeing
B
to see

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-ing or infinitive?
I am fond of ....
A
sking
B
to ski
C
skying
D
skiing

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies