Gerund

Gerund=werkwoord +ing
Het werkwoord wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gerund=werkwoord +ing
Het werkwoord wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na bepaalde voorzetsels
about, without, to , from, for, on, of
My parents are talking about going out.
I look forward to meeting you.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na werkwoorden die mening uitdrukken
To hate, to like, to prefer, to enjoy, to avoid, to remember, to refuse, to mind, to keep, to spend

I like spending money on my horse.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

als deel van het onderwerp
Following his advice could get you into trouble.
Criticising others is so easy.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de volgende werkwoorden:
to start, to begin, to continue en to stop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

na: feel like, it's no use, it's worth
there's no, be busy, can't help.

It's no use running away from the police

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

They are afraid of..... (to swim) in the sea.

Slide 7 - Open vraag

bij korte werkwoorden verdubbelt de laatste medeklinker
She is good at.... (to dance)

Slide 8 - Open vraag

Let op dat bij werkwoorden die eindigen op een e, de e komt te vervallen.
Most people enjoy .... (to travel) to faraway countries

Slide 9 - Open vraag

Let op dat de laatste l in het Engels altijd verdubbelt.
Why do you always try to avoid ...(to do) your homework?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(To travel) _ is a good way to open your mind.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(to sing).....is one of my favourite hobbies
A
To sing
B
singing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The film is worth ....(to see)

Slide 13 - Open vraag

seeing
My sister is always TALKING on the phone.
A
gerund
B
present continuous
C
Geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een gerund is een..
A
..zelfstandig naamwoord dat gebruikt wordt als een werkwoord.
B
..werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infinitive; to +ww
Na werkwoorden die een gevoel of gedachte uitdrukken, zoals to hope, to want, to expect, to choose en
to hesitate;

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na werkwoorden die ‘iets zeggen’ uitdrukken, zoals to agree, to promise, to demand, to forbid en to refuse;

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In combinatie met would love, would hate, would like enz.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren: 
na: to learn, to manage, to fail en to tend.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerund vs Infinitive

He decided ............................... (study) biology.
A
to study
B
studying

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

To infinitive or gerund?

I don't want ... yet!
A
Leaving
B
To leave

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gerund or infinitive?
The film isn't worth ....
A
seeing
B
to see

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-ing or infinitive?
I am fond of ....
A
sking
B
to ski
C
skying
D
skiing

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies