In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Onderstaande titel is ambigu (= dubbelzinnig)
Sla op bruinbrood voor beter sperma
Zie jij de twee betekenissen?
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Huiswerkcontrole!
1) Bespreken huiswerk: opdracht 4 en 5, blz. 37
2) Theorie Werkwoordspelling en LessonUp
3) ) Maken (Bespreken) opdracht 9, 10 en 12
4) Opdrachten maken (en inzien toets)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet je wanneer je trema, apostrof, accentteken en cedille gebruikt en je kent de regels van de werkwoordspelling!
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken spelling H1
Opdracht 4 en 5, blz. 37
Slide 4 - Tekstslide
Nog vragen?
Slide 5 - Tekstslide
Spelling H1: Herhaling ww-spelling
(regelmatige/zwakke ww)
PV?
ja
Pvtt pvvt
stam enkelvoud:
stam + t stam + de/te
hele ww meervoud:
stam + den/ten Langer maken
('t ex-kofschip) ('t ex-kofschip)
Slide 6 - Tekstslide
Spelling H1: Herhaling ww-spelling
(regelmatige/zwakke ww)
PV? NEE VD OD GW INF
Ja
Pvtt pvvt eindigt -t/-d hele ww +D STAM hele ww stam enkelvoud: (hulpww)
stam + t stam + de/te
hele ww meervoud:
stam + den/ten Langer maken
('t ex-kofschip) ('t ex-kofschip)
Slide 7 - Tekstslide
Spelling H1: Herhaling ww-spelling
(regelmatige/zwakke ww)
PV? NEE VD OD GW INF
Ja
Pvtt pvvt eindigt -t/-d hele ww +D STAM hele ww
stam enkelvoud: ----------------------------
stam + t stam + de/te
hele ww meervoud: als bijvoeglijk nw:
stam + den/ten zo kort mogelijk
('t ex-kofschip)
Slide 8 - Tekstslide
Ik bevrijd jou van deze verplichting.
'Bevrijd' is een:
A
persoonsvorm tegenw. tijd
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord
D
gebiedende wijs
Slide 9 - Quizvraag
Morgen wil ik gaan zwemmen.
'zwemmen' is een:
A
persoonsvorm tegenw. tijd
B
onvoltooid deelwoord
C
gebiedende wijs
D
infinitief
Slide 10 - Quizvraag
Houd daar nu toch eens mee op!
'Houd' is een:
A
persoonsvorm tegenw. tijd
B
onvoltooid deelwoord
C
gebiedende wijs
D
infinitief
Slide 11 - Quizvraag
Tegenover de politie heeft hij verklaard dat hij onschuldig is. 'verklaard' is een:
A
persoonsvorm tegenw. tijd
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
D
gebiedende wijs
Slide 12 - Quizvraag
Ik geloof niet dat hij dat heeft gezegd en ik ga dat aan hem vragen. Hoeveel persoonsvormen staan in in bovenstaande zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quizvraag
'Verwacht' kan zijn:
A
pvtt, gw, vd, bn
B
pvvt, vd, bn
C
pvtt, infinitief
D
gw, od, bn
Slide 14 - Quizvraag
'herhalend' kan zijn
A
pvtt
B
pvvt
C
vd, bn
D
od, bn
Slide 15 - Quizvraag
Bij welke werkwoordsvormen kun je het trucje met 't ex-kofschip gebruiken?
A
pvtt, vd
B
pvvt, vd
C
vd, od
D
od, gw
Slide 16 - Quizvraag
Bespreken
We bespreken opdracht 9, 10 en 12 op blz. 38-39.
Slide 17 - Tekstslide
Maak (en inzien toets)
Maken: opdracht 9, 10 en 12 op blz. 38-39.
Opdracht 11 op blz. 39 en opdracht 8 t/m 10 op blz. 71.
Schrijf bij opdracht 10 ook op om welke werkwoordsvorm het gaat!
Slide 18 - Tekstslide
Programma (lesuur 2)
1) Stil lezen (inzien toets)
2) Huiswerk bespreken
2) Theorie Woordenschat H2: met of zonder -n
3) Opdrachten/huiswerk
Slide 19 - Tekstslide
Stil lezen!
Slide 20 - Tekstslide
Toetsdata
Woordenschat en spelling: maandag 13 november
Boekentoets: maandag 4 december
Slide 21 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- ik-vorm
- ik-vorm +t
- hele ww
pvvt:
- ik-vorm+
de/te
-ik-vorm +
den/ten
't ex-kofschip
volt.dw
(hulpww)
-langer maken
-d/t
't ex-
kofschip
onv. dw
- hele ww. + d
inf.
- hele
ww.
geb.
wijs
- ik-vorm
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk
Slide 22 - Tekstslide
Bespreken
We bespreken opdracht 9, 10 en 12 op blz. 38-39.
Slide 23 - Tekstslide
Theorie Spelling H2
Zelfstandig gebruikte onbepaalde telwoorden (zoals alle, enkele, vele, sommige) en bijvoeglijk naamwoorden die mensen (meervoud) aanduiden worden met een -N geschreven.
Sommigen die kwamen, waren niet uitgenodigd.
De ondertiteling is voor de slechthorenden.
maar:
Sommige waren niet zo lekker krokant gebakken.
Veel leerlingen gingen naar huis, enkele bleven op school.
Slide 24 - Tekstslide
Theorie Spelling H2
Onbepaalde telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden moeten dus
aan 2 volwaarden voldoen om met een -N geschreven te worden:
1) ze moeten ZELFSTANDIG GEBRUIKT worden (m.a.w. als je er zelf geen zelfstandig naamwoord uit de zin erachter kan plaatsen)
EN
2) Ze moeten gaan over MENSEN
Hij houdt niet van die bittere.
Wij nodigen velen uit.
Slide 25 - Tekstslide
Let op (1):
Enkelen van de leerlingen gingen naar huis.
Want je kunt niet zeggen: Enkele leerlingen van de leerlingen. Dat is dubbelop. Enkelen is hier dus zelfstandig gebruikt.
Slide 26 - Tekstslide
Let op (2):
Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden, (tien)duizenden en miljoenen schrijf je altijd met een -N!
Slide 27 - Tekstslide
Maken/inzien toets
Maak opdracht 1 op blz. 68-69. Deze gaan we zo bespreken.
Ben je klaar, dan ga je verder met 11 op blz. 39 en opdracht 8 t/m 10 op blz. 71.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.