Je leert de oppervlakte van ruimtelijke figuren te berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Ruimtelijke figuren
Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal en bovenstaande figuren zijn voorbeelden daarvan.
Slide 3 - Tekstslide
Oppervlakte
Formule: lengte x breedte
4 cm x 4 cm = 16 cm2
Slide 4 - Tekstslide
Oppervlakte= zijde x hoogte : 2
Slide 5 - Tekstslide
Opp= 3,14 x 1,5 x 1,5
opp = 7,065 cm2 = 7,1 cm2
Oppervlakte cirkel= 3,14 x straal x straal
Slide 6 - Tekstslide
Oppervlakte ruimtelijk figuur
Om de oppervlakte van een ruimtelijke figuur te berekenen, bereken je de oppervlakte van elk vlak en tel je deze bij elkaar op.
Slide 7 - Tekstslide
Oppervlakte balk
In de zijvlakken van de ruimtelijke figuren herken je de vlakke figuren. Om de oppervlakte van een ruimtelijke figuur te berekenen, bereken je de oppervlakte van elk vlak en tel je deze bij elkaar op.
l=3 cm
b= 2 cm
h= 5 cm
Geel : 2x5= 10cm2
Blauw: 3x5= 15 cm2
Rood: 3x2= 6 cm2
2x geel, 2x blauw en 2x rood dus:
2x10 + 2x15 +2x6=20 +30 +12= 62 cm2
Slide 8 - Tekstslide
Oppervlakte piramide
Oppervlakte = opp grondvlak + opp 4x zijvlak
oppervlakte = 16 + 4 x 8,9 = 16 + 35,6 = 51,6 cm2
Slide 9 - Tekstslide
Oppervlakte cilinder
Oppervlakte = 2x opp grondvlak + opp mantel
oppervlakte = 2x3 + 18,4 = 24,4 cm2
Omtrek= 3,14 x diameter
Omtrek=3,14x1,95= 6,123 cm
dus:
opp mantel= lxb
opp mantel= 6,12x3= 18,4cm2
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
Les 2.3 Oppervlakte van ruimtelijke figuren
Als het goed is heb je aan het einde van de les 2.3 af en kun je:
-de oppervlakte van ruimtelijke figuren berekenen.