EN2-43-PREX.

Opdracht 1: Schrijf de goede zin over. 
u ziet zes afbeeldingen en 12 zinnen die allemaal te maken hebben met reizen. Schrijf bij ieder plaatje een passende zin. U mag elke zin maar 1 keer gebruiken. U houdt 6 zinnen over. 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 1: Schrijf de goede zin over. 
u ziet zes afbeeldingen en 12 zinnen die allemaal te maken hebben met reizen. Schrijf bij ieder plaatje een passende zin. U mag elke zin maar 1 keer gebruiken. U houdt 6 zinnen over. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin past bij plaatje 1?

Slide 3 - Open vraag

Welke zin past bij plaatje 2?

Slide 4 - Open vraag

Welke zin past bij plaatje 3?

Slide 5 - Open vraag

Welke zin past bij plaatje 4?

Slide 6 - Open vraag

Welke zin past bij plaatje 5?

Slide 7 - Open vraag

Welke zin past bij plaatje 6?

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 2: vul het juiste woord in. 
U ziet 3 afbeeldingen van Engelse winkels. Er staan 12 woorden. Deze woorden moet u invullen in de zinnen. Kijk goed naar de afbeeldingen en vul in elke zin het juiste woord in. u houdt 5 woorden over. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Cosy
Department
buys
wants
eat
leaves
money
pound
shop
street
hungry
supermarket

Slide 11 - Sleepvraag

Opdracht 3: lees de tekst en beantwoord de vragen. 
U leest een artikel over de 5 beste pretparken in het Verenigd Koninkrijk. 
Lees het bericht en beantwoord de 10 vragen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

If you like history, go to Alton Towers.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

If you like scary rides, go to Warwick Castle
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Warwick Castle is the cheapest theme park.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Thorpe Park has the highest rides in the world.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

If you like nature, you should go to Drayton Manor.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

If you are short you should go to Legoland.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

The death star is a new ride.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

You can eat on a ride at Alton towers.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

You can stay the night at Warwick castle.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

If you like spooky rides, go to Drayton Manor.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht 4. 
vul het formulier in. 

bekijk het formulier op de volgende slide en beantwoord de vragen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat vul je in op plek 1?

Slide 26 - Open vraag

Wat vul je in op plek 2?

Slide 27 - Open vraag

Wat vul je in op plek 3?

Slide 28 - Open vraag

Wat vul je in op plek 4?

Slide 29 - Open vraag

Wat vul je in op plek 5?

Slide 30 - Open vraag

Wat vul je in op plek 6?

Slide 31 - Open vraag

Wat vul je in op plek 7?

Slide 32 - Open vraag

Wat vul je in op plek 8?

Slide 33 - Open vraag

Wat vul je in op plek 9?

Slide 34 - Open vraag

Wat vul je in op plek 10?

Slide 35 - Open vraag

Opdracht 5: Schrijf Engelse zinnen. 
U ziet 5 afbeeldingen van dingen in en om het huis. Schrijf bij iedere afbeelding een Engelse zin. Uw zin moet minimaal 5 woorden lang zijn. Er is steeds één woord of woordgroep gegeven die u in uw zin moet gebruiken. 

Slide 36 - Tekstslide


Slide 37 - Open vraag


Slide 38 - Open vraag


Slide 39 - Open vraag


Slide 40 - Open vraag


Slide 41 - Open vraag

Opdracht 6: beantwoord de vragen in hele Engelse zinnen. 

U bent op vakantie in Londen. U gaat naar een restaurant. U voert een gesprek met de waiter (= ober) 
De ober stelt u een aantal vragen. Beantwoord zijn vragen in volledige Engelse zinnen. Alleen Yes of No is niet voldoende. 

Maak in uw antwoord gebruik van de aanwijzingen die tussen haakjes staan. 

Slide 42 - Tekstslide

Waiter: Hello. How are you doing this afternoon? (gaat prima)

Slide 43 - Open vraag

Waiter: Have you booked? (ja, tafel voor 2)

Slide 44 - Open vraag

Waiter: would you like to see the menue? (nee, wat is het gerecht van de dag?)

Slide 45 - Open vraag

Waiter: Today's special is grilled tuna and cheese on rye. (lekker, dat wilt u wel)

Slide 46 - Open vraag

Waiter: Would you like something to drink? (1 cola, 1 water)

Slide 47 - Open vraag

Waiter: Would you like something for dessert? (nee, de rekening)

Slide 48 - Open vraag

Waiter: Of course. Here is the check. It's 23.55 pounds. (u betaalt met credit card)

Slide 49 - Open vraag