Waarom is het belangrijk dat een beveiliger goede omgangsvormen heeft, correct taalgebruik gebruikt en voorgeschreven kleding op de correcte wijze draagt?
A
Omdat de beveiliger vaak publiekscontact heeft en het visitekaart van het bedrijf is.
B
Omdat het de beveiliger stimuleert zichzelf correct te gedragen.
C
Omdat de algemene instructie dat voorschrijft.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
BeveiligingMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Waarom is het belangrijk dat een beveiliger goede omgangsvormen heeft, correct taalgebruik gebruikt en voorgeschreven kleding op de correcte wijze draagt?
A
Omdat de beveiliger vaak publiekscontact heeft en het visitekaart van het bedrijf is.
B
Omdat het de beveiliger stimuleert zichzelf correct te gedragen.
C
Omdat de algemene instructie dat voorschrijft.
Slide 1 - Quizvraag
Welke functie binnen de beveiliging wordt ook wel privédetective genoemd?
A
Een particulier onderzoeker.
B
en geld- en waardetransporteur.
C
Een persoonsbeveiliger.
Slide 2 - Quizvraag
Welke hoofdtaken heeft een zorgbeveiliger?
A
Receptiewerkzaamheden in verband met patiënten die binnenkomen voor de spoedeisende hulp.
B
Eerst hulp verlenen en toegangscontrole.
C
Controlerondes en toezicht houden binnen het ziekenhuis.
Slide 3 - Quizvraag
Als beveiliger moet je mensen vaak iets ontzeggen (weigeren) of aanspreken op gedrag. Uit teleurstelling kunnen ze boos reageren. Aan welke beroepshouding heb je als beveiliger in deze situatie het meest?
A
Proactief zijn.
B
Dienstverlenend zijn.
C
Alert zijn.
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het als een beveiliger overwicht uitstraalt?
A
Dat hij sociaal vaardig is.
B
Dat hij integer is.
C
Dat hij natuurlijk gezag uitstraalt.
Slide 5 - Quizvraag
'Dienstverlenen gaat voor beveiligen.' Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 6 - Quizvraag
In het bijzijn van klanten lever je geen kritiek op je werkgever en/of collega’s. Dit noemen we:
A
Representativiteit.
B
Klantgerichtheid.
C
Professionaliteit.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor 'hospitality'?
A
Bewustwording.
B
Verantwoordelijkheid.
C
Gastheerschap.
Slide 8 - Quizvraag
Er is iets misgegaan met de planning en een beveiliger wordt plotseling ingezet achter de receptie. Hij protesteert niet. Het kan gebeuren en achter de receptie moet tenslotte ook iemand zitten. Wat voor instelling heeft deze beveiliger op dat moment?
A
Flexibele instelling.
B
Representatieve instelling.
C
Proactieve instelling.
Slide 9 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
A
Een mobiel surveillant is een surveillant die op zijn object belast is met het lopen van rondes.
B
Een mobiel surveillant is een surveillant die op één object surveilleert met een voertuig.
C
Een mobiel surveillant is een surveillant die rondes uitvoert op verschillende objecten in een rayon.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van persoonsbeveiliging?
A
Een antecedentenonderzoek uitvoeren.
B
Een bedrijf beveiligen tegen spionnen.
C
Een directeur van een bedrijf
Een directeur begeleiden naar zijn auto in de garage, omdat er een demonstratie gaande is.
Slide 11 - Quizvraag
Je ziet dat de planning een vergissing maakt met het rooster. Een collega die op vakantie gaat staat ingeroosterd. Je belt met de planning. Onder welke beroepshouding valt dit handelen?
A
Flexibel zijn.
B
Proactief zijn.
C
Dienstverlenend zijn.
Slide 12 - Quizvraag
Welk gedrag past het meest bij integer zijn?
A
Je houden aan de instructies ook als alle andere collega’s dat niet doen.
B
Eerlijk zijn tegen een opdrachtgever als deze vraagt waarom een collega is ontslagen.
C
Je collega indekken als hij op een fout wordt betrapt.
Slide 13 - Quizvraag
Wat doe je als je 'reflecteert'?
A
Je denkt actief mee.
B
Je kijkt terug op je eigen handelen.
C
Je constateert wat verkeerd is gegaan.
Slide 14 - Quizvraag
Een beveiliger is in de nachtelijke uren alleen aan het werk bij een object. Hij is moe en gaat onopgemerkt naar huis om te slapen. Niemand zal er iets van merken. Waaronder valt dit handelen?
A
Onethisch handelen.
B
Niet-discriminerend handelen.
C
Niet-integer handelen.
Slide 15 - Quizvraag
Twee beveiligers hebben samen avonddienst. Bij het bedrijf geldt een rookverbod. Peter zegt dat hij even buiten gaat roken. Dat ziet toch niemand. Moet zijn collega hem hierop aanspreken?
A
Nee, want niemand ziet toch dat hij rookt.
B
Nee, dat mag alleen zijn leidinggevende.
C
Ja, hij zou zich moeten gedragen naar de regels die hij zelf moet handhaven.
Slide 16 - Quizvraag
Wie is er verantwoordelijk voor de beveiliging van o.a. het Koninklijke Huis?
A
De Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB).