Het proces waarbij een stof zich verplaatst van een hoge concentratie naar een lage concentratie.
Dit gaat automatisch doordat moleculen bewegen en willekeurig met elkaar botsen.
Na enige tijd ontstaat altijd een homogeen mengsel, waarbij de moleculen evenredig zijn verdeeld over de ruimte
Slide 5 - Tekstslide
Diffusie
Diffusie gaat automatisch
Het kost de cel geen energie
Diffusie is een voorbeeld van passief transport
Slide 6 - Tekstslide
Diffusie
Slide 7 - Tekstslide
Diffusiesnelheid
Afhankelijk van:
Concentratieverschil (hoe groter, hoe sneller)
Temperatuur (Hoe warmer, hoe sneller)
Diffusie afstand (Hoe kleiner, hoe sneller)
Diffusiecoëfficient van de stof (Ligt aan molecuulgrootte)
Diffusieoppervlakte (Hoe groter, hoe sneller)
Slide 8 - Tekstslide
Osmose
Slide 9 - Tekstslide
osmose dierlijke cel
Slide 10 - Tekstslide
Osmose bij planten.
Slide 11 - Tekstslide
Volgens Elaine Morgan zijn 'echte tranen' hypotonisch ten opzichte van de bloedvloeistof: het traanvocht heeft een lagere concentratie aan opgeloste deeltjes (een lagere osmotische waarde) dan de bloedvloeistof. Om te testen of dit waar is, brengt een leerling een druppel bloed en een traan op een voorwerpglaasje met elkaar in contact. Wat neemt hij onder de microscoop waar als Elaine Morgan gelijk heeft?
A
De rode bloedcellen blijven even groot
B
De rode bloedcellen krimpen
C
De rode bloedcellen zwellen
Slide 12 - Quizvraag
Passief transport
Cellen bevatten veel porie-eiwitten in het membraan
Deze eiwitten kunnen open of dicht staan
Slide 13 - Tekstslide
Passief transport
Cellen bevatten ook veel transporteiwitten in het membraan.
Deze eiwitten maken transport van grote moleculen zoals glucose mogelijk
Stoffen diffunderen automatisch met de concentratie-gradiënt mee (van hoog naar laag)
Dit kost de cel geen energie, en deze vorm van transport wordt daarom passief genoemd.
Slide 14 - Tekstslide
Actief transport
Als een cel een stof tegen de concentratie-gradiënt in wil transporteren kost het energie
Transporteiwitten die stoffen tegen hun concentratiegradiënt in transporteren maken gebruik van ATP
Transport dat energie kost wordt actief transport genoemd.
Slide 15 - Tekstslide
Actief transport
Slide 16 - Tekstslide
Transport met blaasjes
Stoffen kunnen ook getransporteerd worden door blaasjes af te snoeren van het membraan = exocytose
Blaasjes met daarin opgeloste stoffen kunnen de cel uit worden getransporteerd = Secretie
De cel kan ook blaasjes insnoeren en daarmee stoffen van buiten de cel opnemen. Dit noemen we endocytose.
Slide 17 - Tekstslide
Fagocytose
Het proces waarbij voedingsstoffen worden opgenomen door middel van endocytose en waar het endosoom vervolgens versmelt met een lysosoom noemen we fagocytose