havo 2 les 12 zelfstandig werken

1 / 36

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

ANWB

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van
viezerik

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Als een woord op a i o u y eindigt dan schrijf je een 's

behalve de ee die doet niet mee.

Die geeft geen uitspraakverwarring!

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van
guppy

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
djembé

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
gewelf

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
schub

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
ambulance

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
sms

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
vers

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
hertog

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
toffee

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
slechterik

Slide 17 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
meubel

Slide 18 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
cello

Slide 19 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
motor

Slide 20 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
strip

Slide 21 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
aquarium

Slide 22 - Open vraag

Schrijf allebei de meervouden van
eigenaar

Slide 23 - Open vraag

Noteer het meervoud van
ceremonie

Slide 24 - Open vraag

Noteer het meervoud van
euro

Slide 25 - Open vraag

Noteer het meervoud van
maïskolf

Slide 26 - Open vraag

Noteer het meervoud van
kalf

Slide 27 - Open vraag

Noteer het meervoud van
encyclopedie

Slide 28 - Open vraag

Noteer het meervoud van
verantwoordelijkheid

Slide 29 - Open vraag

Noteer het meervoud van
explosie

Slide 30 - Open vraag

Noteer het meervoud van
comedy

Slide 31 - Open vraag

Noteer het meervoud van
hiëroglief

Slide 32 - Open vraag

Noteer het meervoud van
twee

Slide 33 - Open vraag

Het meervoud van elf kun je schrijven als elfen of elven. Leg uit waarom.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Open vraag