N H3.3 Nettokracht en Quiz: H3.1 en H3.2 3KGT

Hoofdstuk 3 Krachten
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Wat weet je nog van krachten!
  • Instructie: Hfd 3.3 Nettokracht 
  • Controle vragen of je de lesstof hebt begrepen
  • Wat weet je nog? (maak aantekeningen)
  • evt: LessonUp Quiz 

Indien mogelijk de gedeeltelijke zonsverduistering!!!

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Krachten herkennen

Eigenschappen/effecten:
  •    Zijn niet zichtbaar
  •    De gevolgen zijn soms zichtbaar

Gevolgen van krachten:
  •    Snelheid
  •    Richting
  •    Vormverandering                                                                                                                  => Tijdelijk (elastisch)                                                                                                            => Blijvend (plastisch)

Slide 3 - Tekstslide

Krachten tekenen
Krachten tekenen:
  • Aangrijpingspunt
  • Lengte
  • Richting

Zwaartekracht: Fz
  • Zwaartepunt (vaak) midden voorwerp
  • Wijst ALTIJD naar beneden

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 5 - Tekstslide

Bereken de zwaartekracht
De bowlingbal heeft een massa van 2,2 kg.
Wat is de zwaartekracht op de aarde én op de maan.

Reken uit dmv: 
Gegevens, gevraagd, formule, uitwerking en antwoord!

Slide 6 - Tekstslide

H3.3 Nettokracht
Aan het einde van de les ...

  • Kan ik uitleggen wat er aan de hand is bij krachten in evenwicht.

  • Kan ik de normaalkracht beschrijven én tekenen.

  • Kan ik de nettokracht bepalen van twee of meer krachten.

Slide 7 - Tekstslide

  • 1. wel zwaartekracht, geen veerkracht.

  • 2. zwaartekracht en een klein beetje veerkracht.

  • 3. veerkracht groter dan zwaartekracht

  • 4. zwaartekracht en veerkracht gelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Twee krachten in evenwicht

De kist blijft in evenwicht. 
* Welke krachten zie je in de afbeelding? 
* En wat valt je op!

  • De zwaartekracht en spankracht  zijn even groot, maar tegengesteld gericht.

Slide 9 - Tekstslide

De nettokracht 
De nettokracht is de optelsom van alle krachten,  ook wel resultante kracht genoemd.
  • Krachten in gelijke richting =>  optellen
  • Krachten in tegengestelde richting  => van elkaar afhalen

Slide 10 - Tekstslide

pHet-simulatie





https://phet.colorado.edu/sims/html/forces-and-motion-basics/latest/forces-and-motion-basics_nl.html

Slide 11 - Tekstslide

Nu eerst toepassen
GT: maak opg 1, 2, 7
Kader: 1 t/m 3, 5 en 10

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zit dat nu?
Op een schilderij dat aan de muur hangt werkt                          een zwaartekracht. 
Toch valt het schilderij niet van de muur. 
Hoe kan dat?

  • De kracht waarmee de spijker terug duwt, dit noemen we de normaalkracht.

Slide 13 - Tekstslide

De normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp en maakt hier evenwicht met de zwaartekracht.

  • In stilstaande situatie heft de normaalkracht de zwaartekracht op

  • De nettokracht is dan 0 N

Slide 14 - Tekstslide

Teken de andere krachten om evenwicht te maken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je nog!
  • Wanneer zijn Krachten in evenwicht
  • Wat is de Netto kracht?
  • Hoe bereken je de Nettokracht van twee krachten die dezelfde richting hebben?
  • Hoe bereken je de Nettokracht van twee krachten die tegengestelde richting hebben?
  • Wat is de Normaalkracht?

Slide 18 - Tekstslide

En dan nu toepassen!





Maak "test jezelf" H3.3
Maak de opgaven van H3.3

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Quiz : H3 Krachten
H3.1 Krachten herkennen

H3.2 Krachten meten

H3.3 Nettokracht

Slide 21 - Tekstslide

Pak je mobiel.
1) Download de app LessonUp.
2) Wacht even op instructies van de leerkracht
3) Code invoeren op LessonUp.
4) log in met je eigen naam 
5) pak rekenmachine en schrift / kladblaadje
6) Starten met de quiz

Slide 22 - Tekstslide

Je hangt een gewicht aan een krachtmeter. Door welke kracht rekt de krachtmeter uit?
A
Veerkracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Mechanische kracht

Slide 23 - Quizvraag

Een veer kan slap of stug zijn.
Wat kun je zeggen over slappe veren?
A
Slappe veren rekken moeilijker uit dan stugge veren.
B
Slappe veren rekken makkelijker uit dan stugge veren.
C
Slappe veren rekken net zo makkelijk uit als stugge veren.
D
Slappe veren rekken net zo moeilijk uit als stugge veren.

Slide 24 - Quizvraag

De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:
A
1 een Noordpool; 2 een Zuidpool
B
1 een Zuidpool; 2 een Noordpool
C
1 een Noordpool; 2 een Noordpool
D
1 een Zuidpool; 2 een Zuidpool

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor een kracht oefent een trampoline uit?
A
Spankracht
B
Zwaartekracht
C
Veerkracht
D
Spierkracht

Slide 26 - Quizvraag

Als je de kracht op een spiraalveer verdubbelt:
A
wordt de lengte van de veer 2x zo groot
B
wordt de uitrekking van de veer 2x zo groot
C
wordt de lengte van de veer 4x zo groot
D
wordt de uitrekking van de veer 4x zo groot

Slide 27 - Quizvraag

Je gaat een kracht meten van ongeveer 4,5 N welke meter neem je dan
A
1 N
B
3 N
C
5 N
D
10 N

Slide 28 - Quizvraag

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp van 1 kg?
A
0,1 N
B
10 000 N
C
10 N
D
100 N

Slide 29 - Quizvraag

Jaap tekent een krachtenpijl van 5 cm. Hij zet er bij: 1 cm = 10 N.
Hoe groot is de kracht die Jaap met zijn pijl aangeeft?
A
1 N
B
5 N
C
10 N
D
50 N

Slide 30 - Quizvraag

massa en gewicht zijn hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Kg
B
Newton per kilogram
C
Newton
D
Volt

Slide 32 - Quizvraag

Het blokje heeft een massa van 350 g. Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,35 N
B
3,5 N
C
35 N
D
3500 N

Slide 33 - Quizvraag

Astronaut André (massa 80 kg) bevindt zich op de maan. Hij gaat op één been staan. De sterkte van de zwaartekracht op de maan is 1,6 N/kg.
Welke uitspraak is – natuurkundig gezien – het meest juist?
A
Het gewicht van André is 80 kg
B
Het gewicht van André is 50 kg
C
Het gewicht van André is 64 N
D
Het gewicht van André is 128 N

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de
nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links

Slide 35 - Quizvraag

7. Als ik een fruitschaal op een bureaublad plaats dan duwt deze fruitschaal het bureaublad een heel klein beetje in. de kracht die hier door ontstaat noemen we de normaalkracht. Welke uitspraak is juist?
A
De normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
B
De zwaartekracht werkt in dezelfde richting als de normaalkracht en zet zo de fruitschaal op zijn plaats.
C
De normaalkracht maakt geen evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
D
De zwaartekracht en normaalkracht kan ik bij elkaar optellen, zo kan ik het gewicht van de fruitschaal bepalen.

Slide 36 - Quizvraag

Waar grijpt de normaalkracht aan?
A
In het massamiddelpunt
B
Onderaan het voorwerp
C
Waar de kracht terugduwt
D
Waar de krachten elkaar raken

Slide 37 - Quizvraag

Wat ik vind van het spelen van zo'n soort quiz:
A
dit hoeft van mij niet
B
fantastisch
C
neutraal
D
leuk

Slide 38 - Quizvraag

Bespreking van de vragen!

Vonden jullie het moeilijk? 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Volgende keer
  • Eerst Herfstvakantie
  • Maandag 25 oktober: Lees H3.3 Krachten Nettokracht 

  • Kader: Maak opgave 1 t/m 8 (p 151-152)
  • GT: Maak opgave 1 t/m 5 (p 148-149)




Slide 41 - Tekstslide

Volgende keer
  • Eerst Herfstvakantie
  • Maandag 25 oktober: Lees H3.3 Krachten Nettokracht 

  • Kader: Maak opgave 1 t/m 8 (p 151-152)
  • GT: Maak opgave 1 t/m 5 (p 148-149)




Slide 42 - Tekstslide