1.4 Resorptie (G5biol4)

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • §1.4 Resorptie

Huiswerk: 
  • Let op: repetitie thema 1 (6V) op vrijdag 4 oktober
  • Opdracht 26 en 29 van §1.4

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • §1.4 Resorptie

Huiswerk: 
  • Let op: repetitie thema 1 (6V) op vrijdag 4 oktober
  • Opdracht 26 en 29 van §1.4

Slide 1 - Tekstslide

§1.4 Resorptie
Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden opgenomen in het darmkanaal en welke factoren daarop van invloed zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Resorptie in darmepitheel

De membranen van darmcellen zijn semipermeabel: veel stoffen worden selectief opgenomen uit de voedselbrij!

Slide 3 - Tekstslide

Resorptie door heel veel membranen!

Voor resorptie moeten stoffen het celmembraan van de cel passeren. Van de darminhoud naar de darmcel en aan de andere kant van de darmcel naar de weefselvloeistof.

Bloedvaten en lymfevaten nemen de stoffen op uit de weefselvloeistof.

Slide 4 - Tekstslide

Resportie 
Stoffen moeten door de darmcel heen om bij een bloedvat te kunnen komen.

Slide 5 - Tekstslide

Resportie 
De meeste stoffen gaan via transporteiwitten.

Symport: glucose en aminozuren gaan samen met Na+ door een transporteiwit.

Actief of passief transport?


Slide 6 - Tekstslide

Resorptie 
Om de concentratie Na+ in de darmcellen laag te houden liggen er aan deze kant ook Na+/K+ pompen.

Antiport: pompt 2 K+ naar binnen en 3 Na+ naar buiten. 



Slide 7 - Tekstslide

Actief!

Slide 8 - Tekstslide

Resorptie 
Aan de andere kant gaan glucose/ aminozuren door een ander transporteiwit (passief transport).
Uniport.




Slide 9 - Tekstslide

Let op: door de eigenschappen van vetten gaat de resorptie van vetten anders dan voor wateroplosbare stoffen!
Losse vetzuren diffunderen de cel in.
Monoglyceriden (MAG) gebruiken een transporteiwit.

Slide 10 - Tekstslide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Korte en middellange losse vetzuren (≤ 12 c atomen) diffunderen de cel uit en komen in de bloedsomloop (4).
Lymfevat

Slide 11 - Tekstslide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Lange vetzuren en monoglyceride worden door de cel weer tot triglyceriden gevormd (1).
Lymfevat

Slide 12 - Tekstslide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
De triglyceride worden een vetdruppel en worden door het golgisysteem omgeven door een membraan (fosfolipiden en eiwitten). Dit heet een chylomicron (= heel groot lipoproteine) (2).
Lymfevat

Slide 13 - Tekstslide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Het chylomicron verlaat de cel via exocytose en gaat een lymfevat in (3).
Lymfevat

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Waar gaan de verteringsproducten naartoe?
  •  De haarvaten (bloedvaten) van de darmvlokken vervoeren de verteringsproducten.
  • De haarvaten komen samen in een groter bloedvat, de poortader, die naar de lever gaat.
  • De lever slaat de voedingsstoffen op of bewerkt ze

Slide 16 - Tekstslide

§1.4 Resorptie
Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden opgenomen in het darmkanaal en welke factoren daarop van invloed zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Thema 1 Vertering
Deze les:
  • §1.4 Resorptie

Huiswerk: 
  • Let op: repetitie thema 1 (6V) op vrijdag 4 oktober
  • Opdracht 26 en 29 van §1.4

Slide 18 - Tekstslide