Lessen 116 + 117 - 12.6.2017

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammar

• Recap Grammar
• Recap Stones

Recap Grammar

• Grammar 16: can / could
• Grammar 17: Gebiedende wijs
• Grammar 18: Toekomst met to be going to

Grammar 16

• can = kunnen
• could = zou kunnen
• can't = kan niet

Grammar 16

• Vragen met can en could
• Bij vragen zet je Can vooraan de zin. 
• Wanneer je Could gebruikt is dit een beleefdere vorm. 

Grammar 16

• Can gebruik je om te zeggen dat (iemand) iets kan. Je schrijft het altijd hetzelfde
• Can't gebruik je om te zeggen dat (iemand) iets NIET kan. Can't is de verkorte vorm van cannot
• Could gebruik je om te zeggen dat (iemand) iets ZOU kunnen. 

Grammar 17

• Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij / zij iets moet doen, begin je de zin met het hele werkwoord zonder to. 
• Op deze manier kun je iemand een aanwijzing, bevel of advies geven of iemand waarschuwen. 
• Als je wilt zeggen dat hij / zij iets NIET moet doen, begin je de zin met DON'T  

Grammar 18

• Als je wilt aangeven wat iemand van plan is om te gaan doen of wat er gaat gebeuren. 
• (am/is/are) + going to + hele werkwoord

• Stap 1: Kies AM / IS / ARE
• Stap 2: Schrijf GOING TO op
• Stap 3: Schrijf het WERKWOORD (tussen haakjes) op

Grammar 18

• De vragende vorm maak je door de vorm van to be vooraan de zin te zetten. 
• De ontkennende vorm maak je door not/n't achter de vorm van to be te zetten. 

Practice Grammar

• Workbook page 47
• Exercises 2, 3, 4

• Workbook page 61
• Exercises 16, 17, 18

Exercise 2

Exercise 3

Exercise 4

Exercise 16 (page 61)

Exercise 17

Exercise 18

Questions?

Stones

• Go to steppingstones
• Kies: naslag
• Kies: Theme 6
• Kies: Stone 15, 16, 17
• Zet de vertalingen in een word-document en sla ze op. 

Practice 

• Workbook page 48
• Exercise 5

• Workbook page 62
• Exercises 19, 20, 21, 22, 23, 24