Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2ha: week 24 les oefenen cursus 7, cursus 5 woordsoorten en beeldspraak
week 24 les 4- 2htvtb
timer
10:00
10 minuten stillezen
Leren voor de toets
oefentoets
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
week 24 les 4- 2htvtb
timer
10:00
10 minuten stillezen
Leren voor de toets
oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
Stof voor de toets
NN Spelling H1-8
NN Grammatica woordsoorten H2, 4, 6, 10, 14
NN Taal H5
VWO ook Taal H4
Slide 2 - Tekstslide
Oefentoets
Slide 3 - Tekstslide
Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.
hé marian zullen we bij blokker wat mooie kaarsen kopen vroeg lex
Slide 4 - Open vraag
Neem alle woorden over. Verbeter de fouten.
bageutte
discjocky
eye liner
kaasfondu
Slide 5 - Open vraag
Bij het woord enquete gebruik je:
A
een accent grave
B
geen accent
C
een accent circonflexe
D
een accent aigu
Slide 6 - Quizvraag
Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
bagage + afdeling
gummi + jas
mono + uitzending
thee + uurtje
Slide 7 - Open vraag
Noteer de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je weg mag laten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
jonge en oude mensen
meisjesbroeken en meisjestruien
Slide 8 - Open vraag
Maak samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en-.
blessure + behandeling
delicatesse + zaak
lach + bek
zwijn + stal
Slide 9 - Open vraag
Maak samenstellingen. Plaats zo nodig een -s-.
beroep + speler
ketting + slot
Slide 10 - Open vraag
Moet dit woord wel of niet aan elkaar geschreven worden?
vijf honderd duizend
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Moet dit woord wel of niet aan elkaar geschreven worden?
niets zeggend
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Moet dit woord wel of niet aan elkaar geschreven worden?
koffie zetten
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Moet dit woord wel of niet aan elkaar geschreven worden?
er onder langs
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
1. Welke bewering is juist? (R)
A
Als het gezegde van een zin uit meer werkwoorden bestaat, dan is de persoonsvorm altijd een zelfstandig werkwoord.
B
Een zin kan meerdere hulpwerkwoorden bevatten.
C
Er kunnen meerder koppelwerkwoorden in een zin staan.
Slide 15 - Quizvraag
Benoem het onderstaande ww van de volgende zin: (T1)
2. Wil je aan je moeder vragen in welk restaurant zij een tafel gereserveerd heeft?
-wil-
A
Hulpwerkwoord
B
Zelfstandig werkwoord
C
Koppelwerkwoord
Slide 16 - Quizvraag
Benoem het onderstaande ww van de volgende zin: (T1)
2. Wil je aan je moeder vragen in welk restaurant zij een tafel gereserveerd heeft?
-gereserveerd-
A
Hulpwerkwoord
B
Zelfstandig werkwoord
C
Koppelwerkwoord
Slide 17 - Quizvraag
Noteer alle hulpwerkwoorden. Staat er geen hulpwerkwoord in de zin? Zet dan een streepje. (T1)
1. De buren zullen toch niet de hele nacht blijven feestvieren?
A
zullen
B
blijven
C
feestvieren
D
-
Slide 18 - Quizvraag
Noteer alle koppelwerkwoorden. Staat er geen koppelwerkwoord in de zin? Zet dan een streepje. (T1)
5. Toen de IJslandse geiser Geysir nog actief was, kon zijn water tot een hoogte van 70 meter spuiten.
A
was
B
kon
C
spuiten
D
-
Slide 19 - Quizvraag
1. Welke bewering is waar? (R)
A
Alle hoofdtelwoorden kun je vervangen door cijfers.
B
Een bepaald hoofdtelwoord geeft een onduidelijk aantal aan.
C
Telwoorden geven een hoeveelheid of een volgorde aan.
Slide 20 - Quizvraag
2. Welke bewering is waar? (R)
A
Een bepaald hoofdtelwoord geeft een duidelijk aantal aan.
B
Rangtelwoorden kun je soms vervangen door cijfers.
C
Telwoorden geven altijd een hoeveelheid aan.
Slide 21 - Quizvraag
3. Welk van de volgende woorden is geen voegwoord? (T1)
A
als
B
bovendien
C
hoewel
D
opdat
Slide 22 - Quizvraag
5. Maak een zin waarin het voegwoord of twee hoofdzinnen verbindt. (I)
Slide 23 - Open vraag
6. Maak een zin waarin het voegwoord of een hoofdzin en een bijzin verbindt. (I)
Slide 24 - Open vraag
Wat is de woordsoort van het woord tussen haakjes?
Volgens de reclame verandert (deze) cocktailsaus elke maaltijd in een feestje.
A
deze = aanw. vnw
B
deze = betr. vnw
C
deze= vr. vnw
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de woordsoort van het woord tussen haakjes?
(Welke) winkel verkoopt net zulke lekkere kersen als onze groenteboer?
A
Welke = aanw. vnw
B
Welke = betr. vnw
C
Welke = vr. vnw
Slide 26 - Quizvraag
Het leukste ... ik heb gedaan
Vul het juiste betr. vnw in.
A
dat
B
wat
C
wie
D
die
Slide 27 - Quizvraag
Het meisje ... heel hard wegrende.
Vul het juiste betr. vnw in.
A
dat
B
wat
C
wie
D
die
Slide 28 - Quizvraag
Johan Cruijff is onder andere bekend geworden, doordat hij soms bijzondere uitspraken deed.
Hier is sprake van een
A
nevenschikking / nevenschikkend voegwoord
B
onderschikking / onderschikkend voegwoord
Slide 29 - Quizvraag
Jullie houdt van horrorfilms, want ze vindt leuk om te schikken.
Hier is sprake van een
A
nevenschikking / nevenschikkend voegwoord
B
onderschikking / onderschikkend voegwoord
Slide 30 - Quizvraag
Het meisje zong als een nachtegaal.
De bovenstaande zin is een voorbeeld van een:
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
Slide 31 - Quizvraag
Dit slootwater uit de koffieautomaat is toch niet te drinken!
De bovenstaande zin is een voorbeeld van een:
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
Slide 32 - Quizvraag
Succes met leren!
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2ha: week 24 les oefenen cursus 7, cursus 5 woordsoorten en beeldspraak V2
Juni 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
gram woordsoorten: wie, die, dat H2 NN
Oktober 2020
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 4: herhalen t/m onbep. vnw., nakijken opdr. 3 en 4, uitl. voegwoord en telwoord
Februari 2019
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Les 4: herhalen t/m onbep. vnw., nakijken opdr. 3 en 4, uitl. voegwoord en telwoord
Oktober 2019
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Woordsoorten §1+3
19 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
grammatica woordsoorten HF 1 + de brug
Mei 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H NN6 H1 betrekkelijk voornaamwoord
Januari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 NN6 H6 betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2