Les 1 en 2 periode 1 5V herhaling ww en gerundo presente en vt
Conocimiento previo gramática vwo 4
Check hoeveel je nog weet van de werkwoordsvervoegingen en het gebruik van de afgelopen jaren
Niet bij elkaar spieken!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Conocimiento previo gramática vwo 4
Check hoeveel je nog weet van de werkwoordsvervoegingen en het gebruik van de afgelopen jaren
Niet bij elkaar spieken!
Slide 1 - Tekstslide
Vervoeg het werkwoord 'trabajar' in de presente. Vul je antwoorden gescheiden door een spatie in
Slide 2 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord 'beber' in de presente. Vul je antwoorden gescheiden door een spatie in
Slide 3 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord 'escribir' in de presente. Vul je antwoorden gescheiden door een spatie in
Slide 4 - Open vraag
Wat weet je nog van de Gerundio? Wanneer gebruik je het en hoe vervoeg je het?
Slide 5 - Open vraag
Geef het rijtje van het werkwoord estudiar in de Gerundio: voer je antwoorden in gescheiden door komma's
Slide 6 - Open vraag
GERUNDIO: WAT ZIJN ZIJ AAN HET DOEN?
A
ESTÁN HACIENDO DE COMPRAS
B
ESTÁN HECHO DE COMPAS
C
ESTÁN YENDO DE COMPRAS
Slide 7 - Quizvraag
GERUNDIO: WAT ZIJN ZIJ AAN HET DOEN?
A
ESTÁN JUGANDO AL FÚTBOL
B
ESTÁN JUGANDO FÚTBOL
C
ESTAN JUGANDO AL FÚTBOL
Slide 8 - Quizvraag
cerrar - indefinido Denk aan eventuele accenten
Slide 9 - Open vraag
abrir - indefinido Denk aan eventuele accenten
Slide 10 - Open vraag
comer - indefinido Denk aan eventuele accenten
Slide 11 - Open vraag
Indefinido gebruik je voor... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
beschrijvingen in de VT
B
gewoontes in de VT
C
afgeronde acties of handelingen in de VT
D
de belangrijkste gebeurtenissen uit een verhaal VT
Slide 12 - Quizvraag
Verschil Indefinido + Estar Gerundio
De Indefinido wordt gebruikt voor afgeronde acties en handelingen in het verleden
Estar + Gerundio in de Imperfecto wordt gebruikt om aant e geven dat iets in het verleden aan de gang was en mogelijk nog niet afgerond was. Vaak na signaalwoorden als cuando (wanneer), mientras (terwijl)
Estar (Imp)
+Gerundio
estaba
estabas
jugando
estaba
haciendo
estábamos
saliendo
estabais
estaban
El ladrón entró en la casa cuando mis padres estaban durmiendo
Slide 13 - Tekstslide
Elige la forma correcta de los verbos: Mi hermana durmió/estaba durmiendo cuando recibió/estaba recibiendo un mensaje