Opdracht 3; lees tekst 1. Begrijp je de betekenis van de onderstreepte woorden?
Opdracht 4: Alleen de zwartgedrukte opdracht.
Opdracht 5
Opdracht 6
Opdracht 8: Alleen de zwartgedrukte opdracht.
Opdracht 9
Opdracht 11a (tekst 5)
Opdracht 16: maak een woordkaartje met 1 woord.