Een werkwoord heeft verschillende vormen (zie vorige hoofdstukken).
Infinitief: hele werkwoord (lachen)
Pvtt: persoonsvorm tegenwoordige tijd (lach, lacht, lachen)
Pvvt: persoonsvorm verleden tijd (lachte, lachten)
Vd: voltooid deelwoord (gelachen)
Od: onvoltooid deelwoord (lachend)
Bn: bijvoeglijk naamwoord (lachende)