Les 12, bezit. vnw. + herhalen 2vwo 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Pak je leesboek of steek je vinger op voor een Franse puzzel

Le programme:

- Est-ce que tout le monde est présent? 

- Bezittelijk voornaamwoord (grammaire H)

- Oefenen met het bezittelijk voornaamwoord

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Ouvre ton livre à la page quarante-six

We bestuderen samen grammaire H

Aantekening

Schrijf het schema uit de video over het bezittelijk voornaamwoord over in je schrift

Stappenplan voor het bezittelijk voornaamwoord:

Stap 1: Vertaal het zelfstandig naamwoord naar het Frans indien nodig

Stap 2: Is het meervoud?

Stap 3: Begint het zelfstandig naamwoord met een klinker of stomme 'h'?

Stap 4: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?

LET OP! In het Nederlands kijken we naar de bezitter, maar in het Frans kijken we naar het zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld: zijn huis = sa maison (want maison is vrouwelijk dus gebruik je ‘sa’)

Komt ook in studiewijzer

Even oefenen...

Koppel je laptop met de LessonUp

Welke drie vormen van het bezittelijk voornaamwoord heb je voor 'jouw'?

1. Mon ma mes
2. Son sa ses
3. Ton ta tes
4. Leur, leur, leurs

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Mon / Ma / Mes père aime les fleurs.

1. Mon père
2. Ma père
3. Mes père

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Ils jouent dans leur/ leurs jardin.

1. leur
2. leurs

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Anna lit son / sa / ses livre (m ev).

1. son livre
2. sa livre
3. ses livre

Vul het ontbrekende woord in:
On est en vacances avec (onze) ...... chien Youpi

1. notre
2. nos

Vertaal:
mijn zus

Vertaal:
haar cadeau

Vertaal:
jullie auto's

Zijn er nog vragen over het bezittelijk voornaamwoord?

Klassikaal aan het werk:

Wat? Exercice 30D en 30E (blz. 47)

Ga nu zelf aan het werk:

Wat? Exercice 31A en 31B

Op welke manier? Je maakt de opdracht voor jezelf in stilte

Hulp? Heb je vragen, steek je vinger op

Uitkomst? Na 5 minuten bespreken we de opdrachten

Aan de slag met het huiswerk:

- Wat? Exercice 33B 

- Klaar?  Leren voor het proefwerk van volgende week dinsdag (leerstof zie Magister)