In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
5.1 Materiaalkosten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je materiaalkosten berekenen
Slide 3 - Tekstslide
Materiaalkosten
De kosten van de materialen die je nodig hebt om een product te maken
Slide 4 - Tekstslide
Materiaalkosten
Materiaalkosten zijn de kosten van de materialen die je nodig hebt om een product te maken. Je kunt ze berekenen door het aantal materialen te vermenigvuldigen met de prijs per materiaal of door de totale kosten van alle materialen op te tellen
Slide 5 - Tekstslide
Waarom belangrijk?
Ze kunnen je winst of verlies bepalen
Slide 6 - Tekstslide
LET OP!!
In voorgaande slides hebben we niet met alles rekening gehouden
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn we nog vergeten, denk je?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Video
Soorten materialen
Dode materialen
Levende materialen
Slide 10 - Tekstslide
Wat bedoelen we met dode materialen?
Slide 11 - Open vraag
Wat bedoelen we met levende materialen?
Slide 12 - Open vraag
Op de factuur voor de klant gebruik je de inkoopprijs
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Graszoden
A
Levende materialen
B
Dode materialen
Slide 14 - Quizvraag
Betontegels
A
Levende materialen
B
Dode materialen
Slide 15 - Quizvraag
Een houten pergola
A
Levende materialen
B
Dode materialen
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met inboet?
Slide 17 - Open vraag
Welke winstmarges worden gehanteerd bij plantmateriaal?
Slide 18 - Open vraag
Benoem drie factoren die bepalen welke winstmarge je kunt vragen.