Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Literatuur: Fictie en werkelijkheid
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik: schrijf op!
Wat is de 'poëtica' van een schrijver?
Wat is 'stoffelijke entourage'?
Wat zijn 'sujets'?
Welke vier leesmanieren ken je?
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen of personages
B
Waargebeurde gebeurtenissen
Slide 10 - Quizvraag
Wat kenmerkt een autobiografie?
A
Een verhaal over een fictief karakter
B
Het leven van de schrijver zelf
Slide 11 - Quizvraag
Wat is non-fictie?
A
Volledig verzonnen verhalen
B
Feitelijke informatie en waargebeurde verhalen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is autofictie?
A
Volledig verzonnen verhalen zonder waarheid
B
Fictie gebaseerd op persoonlijke ervaringen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een alter-ego?
A
Een biografie van een bekend persoon
B
Een andere identiteit of persoonlijkheid
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een biografie?
A
Levensverhaal van een echt persoon
B
Verhaal over een fictief karakter
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de poëtica van de schrijver?
A
De theorie achter zijn schrijven
B
Een soort gedicht
C
Een roman
D
Een kort verhaal
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een psychologische roman?
A
Een roman over innerlijke gevoelens
B
Een roman over historische gebeurtenissen
C
Een roman met veel actie
D
Een roman zonder personages
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn mythen?
A
Dagelijkse nieuwsberichten
B
Verhalen over goden en helden
C
Moderne sprookjes
D
Wetenschappelijke artikelen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is impliciete karakterisering?
A
Karakterisering door andere personages
B
Karakterisering door gedrag en dialoog
C
Alleen fysieke beschrijving
D
Directe beschrijving van personages
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een psychologische roman?
A
Focus op de innerlijke strijd
B
Een onbelangrijk hoofdpersonage
C
Een snelle plot
D
Veel beschrijvingen van landschappen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is tijdsvertraging in literatuur?
A
Langzaam vertellen van een gebeurtenis
B
Veranderen van perspectief
C
Tijd stilzetten voor effect
D
Snel vooruitgaan in het verhaal
Slide 21 - Quizvraag
Lectuur
Literatuur
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is een flashback?
A
Vooruitblikken naar de toekomst
B
Directe dialoog tussen personages
C
Terugblikken naar een eerdere gebeurtenis
D
Een plot twist aan het einde
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent 'in medias res'?
A
Eindigen met een moraal
B
Terug in de tijd gaan
C
Chronologische volgorde
D
Beginnen midden in het verhaal
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een flat character?
A
Een complex, veranderlijk personage
B
Een eenvoudig, onveranderlijk personage
C
Een antagonist
D
Een hoofdpersonage
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een plot in literatuur?
A
De karakterontwikkeling van de hoofdrolspeler
B
De volgorde van gebeurtenissen in een verhaal
Slide 26 - Quizvraag
Literatuur
Lectuur
Uniek verhaal
Voorspelbaar
Cliché
Diepere betekenis
Oppervlakkig
Kritische houding
Slide 27 - Sleepvraag
Wat is het perspectief in een verhaal?
A
De kijkhoek van waaruit het verhaal wordt verteld
B
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een auctoriale verteller?
A
Verteller zonder invloed op het verhaal
B
Verteller die alles weet en controleert
C
Enkel de gedachten van de ik
D
Persoonlijk perspectief van een personage
Slide 29 - Quizvraag
Literatuur
Lectuur
(niet literair)
eenvoudig taalgebruik
Voorspelbare afloop
diepgang
nodigt uit tot nadenken
vaste rolpatronen
artistieke erkenning
roept vragen op
Slide 30 - Sleepvraag
Wat is een vertellende ik?
A
Verteller die alleen gedachten geeft
B
Alwetende verteller met afstand
C
Personage dat niets meemaakt
D
Ik-verteller die het verhaal vertelt
Slide 31 - Quizvraag
Wat is een belevende ik?
A
Ik-verteller die ervaringen deelt
B
Verteller die gebeurtenissen samenvat
C
Derde persoon die alles weet
D
Alwetende verteller van het verhaal
Slide 32 - Quizvraag
Lectuur
Literatuur
Slide 33 - Sleepvraag
Wat is chronologische volgorde in een verhaal?
A
Verhaal van eind naar begin
B
Flashbacks en vooruitblikken
C
Persoonlijk perspectief van de ik
D
Gebeurtenissen in tijdsvolgorde
Slide 34 - Quizvraag
Literatuur
Lectuur
Eenduidig
Meerduidig
Cliché
Stereotypen
Symboliek
Uitgewerkte karakters
Slide 35 - Sleepvraag
timer
25:00
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Schrijf op !
Wat wordt bedoeld met 'Een schrijver liegt de werkelijkheid'?
Wat is een autofictie?
Wat is een biografie?
Wat is een autobiografie?
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Toets literatuur
November 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Literatuur: Fictie en werkelijkheid
Februari 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
12. 15 okt: literatuur (les 2)
Oktober 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
25 apr: les 2 literatuur
April 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Literatuur Hst 2: Wat is literatuur? Fictie & Werkelijkheid
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
1/2 Fictie 2v les 1
Januari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Les 5 - Literatuur §2
Februari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
8. 12 nov: literatuur, leesboek en recensie
November 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1