Kies één van jouw kwaliteiten en probeer aan de hand van de STARR-methode aan te tonen dat deze kwaliteit bij jou past.
- Situatie: wanneer en bij wie kon je jouw kwaliteit laten zien?
- Taak: wat werd er in deze situatie van jou verwacht?
- Actie: wat heb je in deze situatie gedaan?
- Resultaat: wat was het resultaat van jouw actie?
- Reflectie: hoe blijkt hieruit wat jouw kwaliteit is?