Miniles basisschool 24-02-2021

Bonjour!
Aujourd'hui on va se présenter 
et on va apprendre de décrire une personne en français!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!
Aujourd'hui on va se présenter 
et on va apprendre de décrire une personne en français!

Slide 1 - Tekstslide

Je me présente
Je m'appelle madame van Lieshout.
J'ai vingt-sept ans.
J'habite à Valkenswaard.

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin gebruik je om jezelf voor te stellen?
A
Je m'appelle ..
B
J'ai .. ans
C
J'habite à ..

Slide 3 - Quizvraag

Je m'appelle ...

Slide 4 - Open vraag

Welke zin gebruik je om te zeggen hoe oud je bent?
A
Je m'appelle ...
B
J'ai ... ans
C
J'habite à ...

Slide 5 - Quizvraag

J'ai ... ans
Vul je leeftijd in.

Slide 6 - Open vraag

Welke zin gebruik je om te zeggen waar je woont?

A
Je m'appelle ...
B
J'ai ... ans
C
J'habite à ...

Slide 7 - Quizvraag

J'habite à ...

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de eerste vraag die je altijd stelt tijdens het spelletje ''wie is het'' ?
A
Heeft hij/zij blonde haren?
B
Heeft hij/zij een hoed?
C
Is het een man/vrouw?
D
Heeft hij een snor?

Slide 10 - Quizvraag

C'est un garçon/une fille?
un garçon = een jongen
une fille = een meisje

Slide 11 - Tekstslide

Il a  + ...?
les cheveux blonds/gris/roux/noir
les yeux bleus/marron
une barbe/moustache
un chapeau
Als het een jongen (un garçon) is:

Slide 12 - Tekstslide

Elle a  + ...?
les cheveux blonds/gris/roux/noir
les yeux bleus/marron/verts
un chapeau
Als het een meisje(une fille) is:

Slide 13 - Tekstslide

Résumé
1. C'est un garçon/une fille?
2. Il/elle a + .....
  • les cheveux blonds/gris/roux/noir
  • les yeux bleus/marron/verts
  • une barbe/une moustache
  • un chapeau

Slide 14 - Tekstslide

Qui est-ce?

Slide 15 - Tekstslide

On va jouer !
Madame van Lieshout heeft één persoon in haar hoofd.
Jullie gaan, in het Frans, op zoek naar wie deze persoon is.
Gebruik de Franse vragen en streep weg wie het NIET kan zijn.
Wie als eerste raad, wie het is, heeft gewonnen!

Slide 16 - Tekstslide