Klas H3a (Kandinsky) - oefenen PW H2 (15 jan)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Laatste les voor proefwerk H2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Wat betekent spreidingsbeleid?
A
Beleid om de CO2 uitstoot van een gebied gelijkmatiger te verdelen om klimaatneutraal te worden.
B
De maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.
C
Het beleid van de landbouw om diverse producten te verbouwen om meer winst te behalen.
D
Beleid om woningen en voorzieningen gelijkmatiger over Nederland te verdelen.

Slide 4 - Quizvraag


Leg uit wat huishoudverdunning is:

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke woorden ontbreken?

'Door ...(1)... kan het water tijdelijk worden opgeslagen. Ook neemt de kans op ...(2)... af doordat gebouwen verkoelend werken. Dit helpt bij het creëren van ...(3)...
A
herinrichting (1) hittestress (2) verdichting (3)
B
(1) vertical farms. (2) hittestress. (3) leefbaarheid.
C
akkerbouw (1) vergroening (2) duurzame steden(3)
D
(1) vergroening. (2) hittestress. (3) duurzame steden.

Slide 7 - Quizvraag


Wat is re-urbanisatie?

Slide 8 - Open vraag

Re-urbanisatie
De trend dat mensen weer in de stad willen wonen;

Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
'Migratie op basis van leeftijd, inkomen en/of geslacht'
A
Spreidingsmigratie
B
Financiële migratie
C
Kennis migratie
D
Selectieve migratie

Slide 10 - Quizvraag


Wat is een forens?

Slide 11 - Open vraag

'Het vestigen van de creatieve industrie in de stad is een verstandige keuze'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag


Wat is vervoersarmoede?
A
Verschijnsel waarbij er in een gebied weinig auto's kunnen of mogen komen door speciaal beleid.
B
Als iemand bewust ervoor kiest om op een milieuvriendelijke manier zich te verplaatsen.
C
Als iemand door beperkte verplaatsingsmogelijkheden niet kan deelnemen aan normale activiteiten.
D
De verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoersmiddel.

Slide 13 - Quizvraag

Benoem een voorbeeld van een smart city:

Slide 14 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze zin:

'Agrarische productie die onafhankelijk van het land uitgevoerd kan worden'.
A
Intensieve akkerbouw
B
Niet-grondgebonden boeren
C
Grondgebonden boeren
D
Schaalvergroting

Slide 15 - Quizvraag

Vul de zin aan:
'Reikwijdte is de...'
A
maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.
B
minimale hoeveelheid klanten die een voorziening nodig heeft om te kunnen blijven bestaan.
C
hoeveelheid klanten of bezoekers dat binnen een gebied van een voorziening woont.
D
voorziening waar je over het algemeen maar weinig gebruik van maakt.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide