3HV chapitre 1 het bijvoeglijk naamwoord

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord (plaats en vorm) toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
in het Frans
L'ADJECTIF

Slide 3 - Woordweb

L'adjectif

C'est une série intéressante.

  • Zegt iets over het zelfstandig naamwoord (persoon/ding).
  • Het past zich aan (Frans).


Slide 4 - Tekstslide

BASIS = REGELMATIG

                                mannelijk                     vrouwelijk

enkelvoud                    -                                          e

meervoud                    -s                                      -es

MAAR: (1) als er al een e staat op het eind, komt er GEEN extra e achter: un jeune garçon - une jeune fille

MAAR: (2) als er al een s staat op het eind, komt er GEEN extra e achter: un éléphant gris - deux éléphants gris 




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Complète avec la bonne forme:
Elle achète une............ robe
A
bel
B
bele
C
belle
D
bonne

Slide 8 - Quizvraag

C'est un .............. comedien
A
beau
B
bel
C
baeu
D
belle

Slide 9 - Quizvraag

C'est une ...............idée
A
bon
B
bell
C
bonne
D
beau

Slide 10 - Quizvraag

C'est une ..............actrice
A
grand
B
grandes
C
gronda
D
grande

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

ONREGELMATIG 
-ON WORDT -ONNE                           BON / BONNE
-EN WORDT -ENNE                             ITALIEN / ITALIENNE
-EUX WORDT -EUSE                          HEUREUX / HEUREUSE
-IF WORDT -IVE                                    SPORTIF / SPORTIVE
-ER WORDT -ÈRE                                 PREMIER / PREMIÈRE
Dit geldt voor alle woorden met deze letters op het einde!

Slide 15 - Tekstslide

In het Frans zat het bijvoeglijk naamwoord meestal ... het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
Elle est une chanteuse française.
B
Elle est une française chanteuse.

Slide 19 - Quizvraag

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
Ce sont des photos belles.
B
Ce sont des belles photos.

Slide 20 - Quizvraag

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
C'est une fille petite.
B
C'est une petite fille.

Slide 21 - Quizvraag

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
C'est un YouTubeur populaire.
B
C'est un populaire YouTubeur.

Slide 22 - Quizvraag

Kies: het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats.
A
Mehmet est un garçon français.
B
Mehmet est un français garçon.

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in.
Je porte une jupe (rouge) ... .

Slide 24 - Open vraag

Maintenant, c'est à vous:
Faire ex. 15d,e  page 31
                16,d,f


 





timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in.
C'est la (nouveau) ... chanson de Stromae.

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.
Léa est une fille (italien) ... .

Slide 27 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.
Elle est (heureux) ... .

Slide 28 - Open vraag

Les filles sont ...
A
joli
B
jolis
C
jolie
D
jolies

Slide 29 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in.
J'adore ce livre. Il est (intéressant) ... .

Slide 30 - Open vraag

Des questions?

Slide 31 - Tekstslide

Gaat dit lukken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll