In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Krijg jij zakgeld?
A
JA
B
NEE
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel zakgeld krijg je per week?
Slide 3 - Open vraag
Wat moet jij allemaal kopen van je zakgeld?
Slide 4 - Woordweb
Krijg je kleedgeld?
A
JA
B
NEE
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel kleedgeld krijg je per maand?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Leen jij wel eens geld VAN iemand? Leg uit waarom wel of niet.
Slide 8 - Open vraag
Leen je zelf wel eens geld AAN iemand? Waarom wel of waarom niet?
Slide 9 - Open vraag
Je vrienden gaan naar de Mac Donalds. Jij hebt geen geld. Wat doe je?
A
Niet meegaan.
B
Meegaan, en dan zeggen dat je je pinpas vergeten bent.
C
Meegaan en zeggen dat je geen geld hebt.
D
Meegaan en iemand vragen om geld aan je te lenen.
Slide 10 - Quizvraag
Je hebt nog 20 euro voor de hele maand. Je ziet iets dat je heel graag wilt kopen, daar krijg je nu 50% korting op. Als het koopt, kan je de rest van de maand niks meer kopen. Wat doe je?
A
Ik koop het meteen! Dit is mijn kans!
B
Ik denk er nog even een paar dagen over na en koop het.
C
Ik denk er nog even over na en koop het niet.
D
Anders....
Slide 11 - Quizvraag
Je moet een cadeau kopen voor je beste vriend. Je hebt alleen bijna geen geld meer. Jouw ouders lenen je niks. Wat doe je?
A
Ik leen geld van iemand anders
B
Ik maak iets moois wat geen geld kost
C
Eerlijk zeggen en later een cadeautje geven
D
Meedoen met een cadeau met iemand anders en die persoon later terugbetalen.
Slide 12 - Quizvraag
Je telefoon is stuk maar je zit nog 1 jaar vast aan je abonnement. Wat doe je?
A
Je abonnement met 2 jaar verlengen waardoor je meer gaat betalen.
B
Je doet het maar even zonder telefoon.
C
Je leent een oude telefoon van iemand of zoekt er 1 op marktplaats.
D
Je leent geld om een hele nieuwe telefoon te kopen.
Slide 13 - Quizvraag
Jouw beste vriend(in) zit zonder geld maar wilt heel graag iets kopen in de uitverkoop. Wat doe je?
A
Je leent het geld! Daar ben je vrienden voor.
B
Je zegt dat je geen geld uitleent.
C
Je leent het geld maar je spreekt meteen af wanneer je het weer terug krijgt.
D
Je praat je vriend(in) om zodat hij of zij het niet meer wil kopen.
Slide 14 - Quizvraag
Discussie
Je ziet zo een filmpje. Elk personage eindigt met een stelling.
De docent zet het filmpje op pauze. Denk na over jouw eigen mening. Ben je het er mee eens of juist niet. Bedenk ook waarom!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Wat kan j van dit filmpje leren?
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Video
Wat kan je van dit filmpje leren?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Video
Wat kan je van dit filmpje leren?
Slide 22 - Woordweb
Als je naar een voorstelling gaat kijken,welk gedrag wordt er dan van je verwacht?