H3 ch5 les 2 1920

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on fait?
- Nantes
- corriger les devoirs (oefentoets + intro ch5 + bron A)
- texte A
- au travail
grammaire C
au travail

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de Franse voetbalbond?
A
FL1
B
FFF
C
UEFA
D
KFVB

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel teams doen er mee in de Ligue 1?
A
20
B
22
C
18
D
24

Slide 4 - Quizvraag

Welk team speelt in blauw en rood bij thuiswedstrijden?
A
Olympique Marseille
B
Paris Saint Germain
C
AS Monaco
D
Toulouse FC

Slide 5 - Quizvraag

Wie is op dit moment de topscoorder in de Ligue 1?
A
Moussa Dembele
B
Neymar
C
Kylian Mbappé
D
Wissam Ben Yedder

Slide 6 - Quizvraag

le but
l'entraîneur
le terrain
le mi -temps
le banc
gagner
het veld
de bank
winnen
het doelpunt
de helft
de trainer

Slide 7 - Sleepvraag

corrigez
Je ontvangt van mij in Teams de nakijkbladen van de ofentoets, de intro opdrachten en de opdrachten van A

Kijk je huiswerk na.
Neem contact met me op als je vragen hebt!!

Slide 8 - Tekstslide

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

Slide 9 - Tekstslide

présent - imparfait
ik heb - ik had
ik ben - ik was
ik ga - ik ging
ik loop - ik liep
ik werk - ik werkte
ik eet - ik at
ik praat - ik praatte

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.
praten --> parler --> nous-vorm = parlons

stap 2
Haal -ons van het ww af
parlons --> parl

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter

Slide 11 - Tekstslide

Uitgangen imparfait
Je parlais
Tu parlais
Il/ elle/ on parlait
Nous parlions
Vous parliez
Ils/ elles parlaient

Slide 12 - Tekstslide

Lees de hele bron door!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zeg je: Wij praatten
A
Nous parlons
B
vous parlez
C
nous parlions
D
vous parliez

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: Zij hadden
A
ils avaient
B
ils avait
C
ils avent
D
ils ont

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal: Zij nam
A
elle prendrait
B
elle prendait
C
elle prenait
D
elle prenaient

Slide 16 - Quizvraag

Tip!
Het is voor de imparfait erg belangrijk dat je de nous-vormen van de ww kent. Bijvoorbeeld bij de laatste quiz-vraag over prendre.
De nous-vorm = prenons

Maak voor jezelf een lijstje met ww die je tegenkomt in de oefeningen + de nous-vorm die erbij hoor.

Slide 17 - Tekstslide

à faire
Maak nu de opdrachten bij bron C:

13, 14, 15a

Slide 18 - Tekstslide

Texte B
Bekijk nu tekst B op de volgende slide. 
Lees de titel en de inleiding en bekijk de plaatjes. 

Wat weet je al? Wat voor tekst is het? Waar gaat t over?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

les devoirs
faire: 
B (8, 9, 11)
C (13, 14, 15a)

apprendre:
voca A + B 
Grammaire C

Slide 21 - Tekstslide

La fin!

Slide 22 - Tekstslide