Eindtoets 2V: herhaling moeilijke lesstof

Voorbereiden op de toets
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden op de toets

Slide 1 - Tekstslide

Overtuigende tekst (betoog)
Dinsdag 22 juni 08.30u 
- Overtuigende tekst over het boek (precieze opdracht volgt)
- Wat je mag gebruiken: - PDF boek 'Ik had een vriend in Gaza'
                                                   - Je eigen woordweb met steekwoorden
                                                   - Schema's: ww-spelling, signaalwoorden, verwijsw.
- Niet gebruiken: alle andere documenten en websites


Slide 2 - Tekstslide

Wat je gaat helpen 
NIVEAU HELE TEKST
- Je kent de opbouw van een overtuigende tekst: je weet welke kenmerken inleiding, middenstuk en slot hebben en hoe je dat toepast in een tekst.
NIVEAU ALINEA en  ZINSBOUW
- Je weet hoe je verbanden tussen alinea's, zinnen en zinsdelen kan aanbrengen.
- Je weet wanneer je een komma en een punt plaats (wanneer de zin eindigt en nieuwe zin begint. 
NIVEAU WOORDGEBRUIK EN SPELLING
- Je weet hoe je werkwoorden in de verschillende vormen spelt.
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt en wanneer niet.

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTNIVEAU

Slide 4 - Tekstslide

ALINEA- en ZINSNIVEAU
  • Soorten verbanden, signaalwoorden
  • Verwijswoorden >>> deze les mee oefenen 
  • Zet een schema verwijswoorden en een schema verbanden + signaalwoorden klaar.

Slide 5 - Tekstslide

WOORDNIVEAU
  • Werkwoordspelling >>> H2 'Engelse ww' moet nu klaar zijn (huiswerk) >> samen opdracht 4 + 8 oplossen.
  • Zet een schema werkwoordspelling klaar voor de toets.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verbanden
9Doel-middel
10. Samenvatten
11. Toegevend (andere kant van een zaak wordt aangegeven)
12. Vergelijkend (verschillen of overeenkomsten noemen)
Signaalwoorden
9. Aan de hand van, zodat, door middel van, met behulp van, middels.
10. Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al.
11. Ook al, zij het dat, weliswaar, hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin.
12. In vergelijking met, evenal, zoals, meer/groter/beter dan. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Check je begrip
Opdracht 4 + 8 van H2 Engelse werkwoorden
Klassikaal maken

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
H2 spelling Engelse werkwoorden afmaken
H6 Verbanden tussen zinnen: uitleg bekijken + opdracht 1,2 en 7
Oefenbetoog maken: kies een stelling van H4 overtuigende tekst schrijven, opdracht 3. Kijk de uitlegvideo

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:

De (verbreden) boulevard is mooi.
A
verbreede
B
verbreedde
C
verbreden
D
verbrede

Slide 14 - Quizvraag

pvtt of vd?

De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert =?

A
pvtt
B
vd

Slide 15 - Quizvraag

pvtt of vd?

Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
verdiend =?
A
pvtt
B
vd
C
od
D
bn

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

Hij heeft zijn cijfer flink ....
A
verbetert
B
verbeterd

Slide 17 - Quizvraag

De buren begroetten (t.t.) ons altijd zeer hartelijk, maar gisteren begroete de buurman ons plotseling niet meer.

Verbeter de onjuiste werkwoordsvormen, neem de hele zin over.

Slide 18 - Open vraag

Vorige week rijdden we op een onverhardde weg en dat bleek verbiedden te zijn.

Verbeter de foutieve werkwoordsvormen, neem de hele zin over.

Slide 19 - Open vraag

Vrijdag
  • Aandacht voor goede opbouw van jouw betoog
  • Aandacht voor zinsbouw
  • Veelgemaakte fouten op basis van jullie teksten

Slide 20 - Tekstslide