Superbia (hoogmoed – hovaardigheid – ijdelheid)
Avaritia (hebzucht – gierigheid)
Luxuria (onkuisheid - lust - wellust)
Invidia (nijd - jaloezie - afgunst)
Gula (onmatigheid – gulzigheid – vraatzucht)
Ira (woede - toorn - wraak - gramschap)
Acedia (gemakzucht – traagheid – luiheid – vadsigheid)