H4 Woche 2

Herzlich willkommen
Woche 2 


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
Woche 2 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wie waren deine Ferien?
Besprecht zu zweit die nächsten Fragen

Zuerst aufschreiben - danach ohne Spickzettel

Speeddate!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Die Planung
  • Organisatorisches
  • Die Prüfung
  • Vorbereitung auf die Prüfung

Slide 5 - Tekstslide

Organisatorisches
Handelingsdeel (Woche 50)

Prüfungswoche: Voortgangstoets






Slide 6 - Tekstslide

Die Prüfung
Wörter: Kap. 2 alles: DE – NL, NL – DE
Redemittel: Kap. 2: alles:
                      Lektion 3: Niederländisch – Deutsch
                      Lektion 6: Niederländisch – Deutsch
Van de Redemittel leer je alleen de vetgedrukte delen!
Grammatik Kap. 2: Modalverben – Konjunktiv II – Wortstellung Verben – (Wechsel)Präpositionen & Fälle – Verben mit Fall

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de 1e naamval?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Welke functie heeft de 3e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Welke functie heeft de 4e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Der Gruppe
Woorden die als de woorden der/die/das worden vervoegd. Deze worden namelijk in de derde en vierde naamval anders vervoegd.

Slide 11 - Tekstslide

Der Gruppe
De woorden in de ein-Gruppe zijn de bezittelijke voornaamwoorden + ein & kein. Weet je ze nog?


Slide 12 - Tekstslide

Proefzin stap voor stap
Het gaat om de zin:
Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 1
Staat er een voorzetsel in de zin?

Slide 14 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
nee
B
ja

Slide 15 - Quizvraag

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
Wat is het voorzetsel?
A
mit
B
de
C
Lehrerin
D
gesprochen

Slide 16 - Quizvraag

Stap 2
Bij welke naamval hoort dit voorzetsel?

Slide 17 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval

Slide 18 - Quizvraag

Stap 3
Hoort het woord bij de der- of bij de ein- Gruppe = schema

Slide 19 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
der-Gruppe
B
ein-Gruppe

Slide 20 - Quizvraag

Stap 4
Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord na het te vertalen woord?

Slide 21 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 22 - Quizvraag

Stap 5
Wat wordt dan de juiste vertaling van het woord "de"?


Slide 23 - Tekstslide

Mit ...... (de) Lehrerin habe ich gestern gesprochen.
Spick-o-thek
A
dem
B
die
C
den
D
der

Slide 24 - Quizvraag

Stappenplan ten einde
 Om er even mee te oefenen heb ik nog een aantal open vragen waarin je zelf het juiste antwoord in moet typen. Hierbij hoef je geen hoofdletters te gebruiken.


Slide 25 - Tekstslide

Durch ... (de) Mann habe ich die Prüfungen geschafft.

Slide 26 - Open vraag

Für ..... (mijn) Sohn habe ich Nachhilfe organisiert

Slide 27 - Open vraag

Nach ... (de) Schule spiele ich Fußball.

Slide 28 - Open vraag

Zu .... (mijn) Kinder.. (mv) bin ich immer streng.
Let op, hier moet je ook het znw invullen!

Slide 29 - Open vraag

Um ... (een) guten Blick (m) zu bekommen brauchen wir eine Übersicht.

Slide 30 - Open vraag

Video
https://learngerman.dw.com/de/kochen-f%C3%BCr-den-frieden/l-67337945


Was wird mit 'Kochen für den Frieden' gemeint?

Slide 31 - Tekstslide

(Wechsel)Präpositionen & Fälle – Verben mit Fall 

Aufgabe 40-44 (Lektion 4)
Aufgabe 51-53 (Lektion 5)
Aufgabe 63 (Lektion 7: Examentraining)

Slide 32 - Tekstslide