Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verwijswoorden
Verwijswoorden
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verwijswoorden
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel:
Ik kan verwijswoorden op een goede manier gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Verwijswoorden samengevat
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.
D
...de tekst leuker te maken.
Slide 8 - Quizvraag
Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.
Slide 9 - Quizvraag
Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin
Slide 10 - Quizvraag
Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'kat' te verwijzen?
A
die, deze
B
dat, dit
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen verwijswoord?
A
ze
B
deze
C
zeker
D
zij
Slide 12 - Quizvraag
Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'katje' te verwijzen?
A
die, deze
B
dat, dit
Slide 13 - Quizvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
Slide 14 - Sleepvraag
Mijn vriendin, waarmee ik zou gaan shoppen, is ziek
A
juist
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Fifa20 is een PS4-spel die net uitgekomen is
A
juist
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 17 - Sleepvraag
Wij krijgen een hond, ... ik erg leuk vind.
A
dat
B
wat
Slide 18 - Quizvraag
Het paard .... ik naar de wedstrijd ga, is bruin
A
met wie
B
waarmee
Slide 19 - Quizvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 20 - Sleepvraag
Lucas kreeg een handtekening van de zanger .... hij fan is
A
van wie
B
waarvan
Slide 21 - Quizvraag
Mijn buurjongen is iemand ... ik graag voetbal op straat
A
waarmee
B
met wie
Slide 22 - Quizvraag
Ik eet het liefst melkchocola, ... vind ik lekkerder dan pure.
A
dat
B
die
Slide 23 - Quizvraag
Ken jij mijn buurjongen?.... komt volgend jaar bij ons op school.
A
Dat
B
Die
Slide 24 - Quizvraag
Ik heb zin in de pauze, Dan ga ik een croissant kopen.
Wat is hier het verwijswoord?
A
ik
B
dan
C
pauze
D
zin
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden
Januari 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
HS 3 + 4 Verwijswoorden
November 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
LJ2 DT5 week 4 verwijswoorden
April 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Tl2 - formuleren hoofdstuk 3 en 4
Juni 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
GPW4_verwijswoorden
Juni 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verwijswoorden
11 dagen geleden
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verwijswoorden
Januari 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verwijswoorden
Mei 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2