Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Repaso: indefinido, imperfecto, se impersonal
Repaso
Bij sommige vragen staat een timer, bij andere niet.
Let op: je hebt niet langer dan 15 minuten om opdrachten indefinido-imperfecto te maken.
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Repaso
Bij sommige vragen staat een timer, bij andere niet.
Let op: je hebt niet langer dan 15 minuten om opdrachten indefinido-imperfecto te maken.
Slide 1 - Tekstslide
Ayer . . . . . . para español.
timer
0:20
A
estudiasteis
B
estudiabais
Slide 2 - Quizvraag
Anoche no . . . . . . salir.
timer
0:15
A
pudimos
B
podíamos
Slide 3 - Quizvraag
Antes del confinamiento (= lockdown) muchos alumnos del KSH . . . . . . un bocadillo en el centro comercial.
timer
0:20
A
compraron
B
compraban
Slide 4 - Quizvraag
La profesora de español. . . . . en el año 1965
timer
0:15
A
nació
B
nacía
Slide 5 - Quizvraag
De pequeño . . . . en bici a la escuela todos los días
timer
0:20
A
fui
B
iba
Slide 6 - Quizvraag
Cuando . . . pequeña, . . . el pelo rubio.
timer
0:25
A
era, tuvo
B
fui, tuve
C
era, tuvo
D
era, tenía
Slide 7 - Quizvraag
Deze tijd wordt gebruikt om gewoontes in het verleden te beschrijven
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 8 - Quizvraag
Deze tijd wordt gebruikt om acties / gebeurtenissen op 1 bepaald moment in het verleden weer te geven (afgesloten in het verleden)
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 9 - Quizvraag
Begin en eind van de handeling of gebeurtenis zijn bekend
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 10 - Quizvraag
el año pasado
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 11 - Quizvraag
generalmente
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 12 - Quizvraag
antes
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 13 - Quizvraag
ayer, anoche, anteayer
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 14 - Quizvraag
en 2024
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 15 - Quizvraag
Escribe la forma correcta del indefinido
1. ser (yo); 2. hacer (ella); 3. estar (nosotros); 4. poner (ellos); 5. morir (mi abuelo)
Slide 16 - Open vraag
De uitgangen van de werkwoorden op -ar in de imperfecto.
Slide 17 - Open vraag
De uitgangen van de werkwoorden op -er en -ir in de imperfecto.
Slide 18 - Open vraag
Welke drie werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto
timer
0:20
A
ser, estar en ir
B
ser, ver en ir
C
ir, ver en estar
D
tener, ser en ver
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d
pretérito indefinido
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Yo...............................
(comer)
patatas con carne.
Sofia.................................
(estudiar
) para el examen de física.
Nafisa........................
(vivir)
en Holanda
¿Moenier...........................
(comer-tú)
pizza en la cena?
Andrea y Miloud.........................
(nacer)
en Holanda
Ellas..........................
(estudia
r) estañol con sus amigas.
Vnessa y Joana.......................
.(vivir
) en Holanda
Theodora........................
(nacer)
en ....
Slide 20 - Sleepvraag
Pretérito indefinido (yo comí/ amé)
Pretérito imperfecto (yo comía/ yo amaba)
Anoche
la semana pasada
Hace tres meses
En 2016
Antes
Siempre
Normalmente
Cuando era pequeño/a
Slide 21 - Sleepvraag
1. Pretérito Indefinido & imperfecto
Se impersonal
Slide 22 - Tekstslide
Se
impersonal
Lijdende vorm/ onpersoonlijke vorm
Se + werkwoord in de 3e persoon (enkelvoud of meervoud)
Kun je vertalen met "men" of "er worden"
Voorbeeld:
Se habla espanol
Men spreekt Spaans of Er wordt Spaans gesproken.
Slide 23 - Tekstslide
Se
impersonal + werkwoord + zelfstandig naamwoord
Se come pan. Er wordt brood gegeten.
Se comen manzanas. Er worden appels gegeten.
Se habla español. Er wordt brood gegeten.
Se hablan muchas lenguas. Er worden veel talen gesproken.
Se canta una canción. Er wordt een liedje gezongen.
Se cantan muchas canciones. Er worden veel liedjes gezongen.
Slide 24 - Tekstslide
En Holanda _______ holandés por todo el país.
A
se habla
B
se hablan
Slide 25 - Quizvraag
No _______ vino en la comida.
A
se toma
B
se toman
Slide 26 - Quizvraag
_______ patatas, verduras y carne
A
se cena
B
se cenan
Slide 27 - Quizvraag
No _______ la siesta después de comer.
A
se duerme
B
se duermen
Slide 28 - Quizvraag
En invierno, _______ sopa de verdura
A
se hace
B
se hacen
Slide 29 - Quizvraag
1. ¿Cómo se dice en español: de gewoonte
Slide 30 - Open vraag
2. ¿Cómo se dice en español: de meeste (lett. de meerderheid)
Slide 31 - Open vraag
3. ¿Cómo se dice en español: het is gebruikelijk om (te)
Slide 32 - Open vraag
4. ¿Cómo se dice en español: Men danst flamenco?
Slide 33 - Open vraag
5. ¿Cómo se dice en español: Men eet churros.
Slide 34 - Open vraag
1. Schrijf 8 gewoonten/stereotypen van Nederlanders in het Spaans op.
Bijv.
Los holandese son puntuales- En Holanda se es muy puntual
Slide 35 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Poll
¡Hasta la próxima clase!
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 5: Se impersonal + Herhaling
December 2022
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 5: Se impersonal + Herhaling
March 2025
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 7: Se impersonal + Presente perfecto
June 2024
- Les met
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 6: Se impersonal + Presente perfecto
June 2024
- Les met
34 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
WEEK 11 - LUNES 10 Y MIÉRCOLES 12-3-25
March 2025
- Les met
18 slides
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 5
D-Toets module 9
June 2022
- Les met
42 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Compañeros 3, unidad 3
December 2023
- Les met
44 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
PRACTICA INDIVIDUAL- PASADOS
November 2024
- Les met
46 slides
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 5