Klas 1/2, week 1
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
Verwachtingen
Slide 3 - Open vraag
timer
2:00
Frans / Frankrijk
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Wat denk je betekent
Comment t’appelles-tu? of
Comment tu t’appelles?
Comment t’appelles-tu? of
Comment tu t’appelles?
Slide 6 - Open vraag
En wat betekent denk je
Quel âge as-tu?
Quel âge as-tu?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
neuf
dix
deux
six
cinq
un
huit
quatre
sept
trois
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
dix-neuf
vingt
douze
seize
quinze
onze
dix-huit
quatorze
dix-sept
treize
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat betekent bonjour ook alweer?
A
hallo
B
doei
C
gaat goed
D
hoe gaat het?
Slide 13 - Quizvraag
Hoe begroet je een goede vriend of vriendin in het Frans?
A
salut
B
bonjour
C
à bientôt
D
ciao
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent: Ça va?
A
het gaat goed
B
Hoe gaat het?
Slide 15 - Quizvraag
Even tussendoor....wat is eigenlijk de hoofdstad van Frankrijk?
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent: Ça va bien
A
Hoe gaat het?
B
Het gaat goed
Slide 17 - Quizvraag
Hoe begroet je mevrouw Bechinka in het Frans?
A
Salut!
B
Bonjour!
Slide 18 - Quizvraag
Nog 1 vraagje....hoeveel inwoners heeft Frankrijk, ongeveer?
A
80 miljoen
B
90 miljoen
C
50 miljoen
D
70 miljoen
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Je kunt jezelf voorstellen in het Frans
Combineer de Nederlandse zinnen met de Franse!
Ik heet
Ik ben 13 jaar
Ik woon in
Ik spreek een klein beetje frans
J'habite à
Je m'appelle
J'ai treize ans
Je parle un petit peu français
Slide 24 - Sleepvraag
Leerdoel: ik kan mezelf voorstellen in het Frans.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Wat heb je deze les geleerd?
