Veiligheid + Branderpracticum

Veiligheid + Branderpracticum
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Veiligheid + Branderpracticum

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Veiligheid
10 min
-De brander
10 min
-Practicum
50 min
-Verwerken
10 min

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt practicummaterialen benoemen.
  • Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge apparatuur.
  • Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
  • Je kunt de werking van de brander uitleggen.
  • Je kunt de drie soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Practicum
Het uitvoeren van experimenten bij natuurkunde en scheikunde noemen we een practicum.
Om gegevens bij te houden tijdens een practicum heb je vaak meetinstrumenten nodig, zoals een stopwatch, liniaal of weegschaal.

Meetinstrumenten zijn analoog (met een wijzertje en schaalverdeling) of digitaal (cijfers op een schermpje).

Slide 4 - Tekstslide

Practicum
materiaal
Tijdens het practicum worden er nog meer spullen gebruikt om je te helpen. De spullen hiernaast moet je kennen!

Slide 5 - Tekstslide

Veiligheid
Tijdens practica werk je met gevaarlijke of brandbare stoffen. Als je niet veilig omgaat met deze stoffen kunnen ze je in gevaar brengen. Daarom zijn er veiligheidsregels waar je je aan moet houden, zodat er geen ongelukken gebeuren.

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor ongelukken kunnen er gebeuren tijdens een practica?

Slide 7 - Woordweb

Bedenk mogelijke veiligheidsregels die gelden tijdens een practicum.

Slide 8 - Woordweb

Veiligheidsregels
De veiligheidsregels zijn:
• Luister naar je docent en doe wat je docent zegt.
• Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.
• Niet eten of drinken in het lokaal.
• Leg geen tas of andere spullen waar mensen
moeten lopen.
• Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.
• Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.
• Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige
stoffen.
• Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.
• Proef nooit van stoffen.
• Als er iets fout gaat, moet je meteen je docent
waarschuwen.

Slide 9 - Tekstslide

Welke veiligheidsmiddelen zijn aanwezig in dit lokaal. Kijk goed om je heen.

Slide 10 - Woordweb

Veiligheidsmiddelen
• de brandblusser, hiermee blus je een beginnende brand;
• de branddeken, hier kun je iemand in wikkelen als zijn kleding in brand staat;
• de oogdouche of oogwasfles, hiermee spoel je je ogen schoon als er een bijtende stof in is gekomen;
• de nooddouche, hier kun je onder gaan staan als je een bijtende stof over je heen hebt gekregen;
• de nooddeur, een deur die bestemd is om het lokaal te ontvluchten;
• de noodstop, een rood met gele knop die het gas en de elektriciteit afsluit als je hem indrukt.

Slide 11 - Tekstslide

De brander
Deze les leren we hoe de brander werkt, volgende les gaan we ermee aan de slag.
De brander heeft een aantal onderdelen waarvan je de naam moet kennen.

Slide 12 - Tekstslide

De brander aan- en uitzetten

Slide 13 - Tekstslide

3 vlammen
Een gasbrander kan 3 vlammen maken:
  • Gele vlam/pauzevlam: Deze vlam gebruik je als je de brander even niet gebruikt, de vlam is niet zo heel warm. Ga dus niet stoffen verwarmen met een gele vlam, want dat duurt te lang.
  • Stille blauwe vlam: Deze gebruik je om een beetje stof te verwarmen, of om veel stof warm te houden. Deze is een stuk warmer dan de gele vlam. Deze vlam krijg je door de luchtregelschijf een beetje open te draaien.
  • Ruisende blauwe vlam: Deze vlam is het aller heetst en wordt gebruikt om veel stof te verwarmen. Deze vlam krijg je door de luchtregelschijf ver open te draaien.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de naam van dit voorwerp?
A
Bekerglas
B
Erlenmeyer
C
Kookkolf
D
Maatcilinder

Slide 15 - Quizvraag

Noem 3 veiligheidsmaatregelen.

Slide 16 - Open vraag

Proef 3
Pak je boek en pen erbij en neem deze zo mee naar het practicum gedeelte. We gaan aan de slag met proef 3 uit het boek (pagina 54).

Maar lees eerst pagina 54 en 55 de komende 5 minuten.
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Verwerken
Neem de rest van de les om de verwerkingsvragen (13 t/m 19) te maken.

Slide 18 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 19 - Tekstslide