In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij NaSk
Pak voor je laptop
Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij NaSk
Pak voor je laptop
Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Lesdoelen
3.6: Elektriciteit en veiligheid
Zelfstandig werken
PO Energiecoach
Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
vertellen wat overbelasting is en wat de gevaren ervan zijn;
vertellen wat kortsluiting is en wat de gevaren ervan zijn;
vertellen wat een installatieautomaat is en waar de groepen voor dienen;
uitleggen hoe een aardlekschakelaar werkt;
uitleggen wat randaarde is en waar deze voor dient;
wat een smeltveiligheid is
Slide 4 - Tekstslide
Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij
Slide 5 - Tekstslide
H3 Elektriciteit - 3.6 Elektriciteit en veiligheid
Slide 6 - Tekstslide
Overbelasting
Slide 7 - Tekstslide
Kortsluiting
Slide 8 - Tekstslide
Huisinstallatie / Meterkast
Groepenkast + Zekeringen
Aardlekschakelaar
Hoofdschakelaar
Kilowattuur-meter
Hoofdzekering
Slide 9 - Tekstslide
Installatieautomaat
Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
Groepen zorgen ervoor dat veel stroom gebruikt kan worden
Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.
Slide 10 - Tekstslide
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten die hierop zijn aangesloten, spanningsloos gemaakt kunnen worden.
Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.
Slide 11 - Tekstslide
randaarde en aardlekschakelaar
de 3e draad van een stopcontact is de randaarde. deze geel-groene draad zit aan de buitenkant van het apparaat vast en loopt terug naar de aardlekschakelaar.
In het rechterstopcontact zit een extra draad om (eventueel) lekstroom naar de aarde te voeren. Om te voorkomen dat iemand onder stroom komt te staan.
Slide 15 - Tekstslide
Maak af of kijk na
Op Learnbeat:
3.6C: Begrijpen
Nakijkcarousel
- 5 minuten in ZF
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Hoe gevaarlijk is elektriciteit?
Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker het is!
Bij een batterij > lage spanning (volt) kleine stroomsterkte (ampère) > niet gevaarlijk
Bij schrikdraad > hoge spanning (volt) kleine stroomsterkte (ampère) > minder gevaarlijk, voel je heel kort.
Bij een stopcontact > lage spanning (volt) hoge stroomsterkte (ampère) > gevaarlijk! voel je heel goed (kan dodelijk zijn).
Bij een hoogspanningskabel is zowel de spanning (volt) als de stroomsterkte (ampère) heel groot > levensgevaarlijk! Dodelijk.
Slide 17 - Tekstslide
Gevaren elektriciteit
1) Brand bij kortsluiting of
overbelasting.
2) Schok.
Slide 18 - Tekstslide
Zekering (smeltveiligheid)
Als er teveel apparaten tegelijkertijd aanstaat ontstaat er overbelasting
De stroomsterkte door de draden heen is dan te groot
Een zekering zorgt ervoor dat de stroomkring bij overbelasting wordt onderbroken (stroom uit)
De maximale stroomsterkte die een zekering doorlaat is meestal 16A
Slide 19 - Tekstslide
Zelfstandig werken ZS
Maak op Learnbeat:
3.6D: Beheersen
3.6E en 3.6F
- 5 minuten in ZS
- Niet klaar? Huiswerk
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
PO Energie-coach
Slide 21 - Tekstslide
Vermogen
Vermogen= de hoeveelheid energie die een apparaat per seconde omzet
De afkorting voor vermogen is de hoofdletter P van het Engelse woord voor vermogen, power.
De eenheid van vermogen is watt (W).
Slide 22 - Tekstslide
Vermogen - typeplaatje
Het vermogen geeft ook aan wat een apparaat kan. Met een boormachine van 300 watt zal je niet zo makkelijk een gat boren als met een boormachine van 800 watt. Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Tekstslide
Ga aan de slag:
Jullie bedenken minimaal vijf apparaten die energieslurpers in huis kunnen zijn.
Bedenk iets waardoor dit minder zou kunnen worden.
Volgende week maandag neem je een lijstje mee waarop staat welke apparaten je onderzoekt en hoeveel vermogen deze hebben.