5vwo 13.4 regeling glucoseconcentratie

13.4 regeling glucoseconcentratie
Je leert hoe je lichaam de glucoseconcentratie van het bloed regelt.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

13.4 regeling glucoseconcentratie
Je leert hoe je lichaam de glucoseconcentratie van het bloed regelt.

Slide 1 - Tekstslide

Glucose kan in het lichaam worden opgeslagen in een andere vorm. Hoe noemen we deze stof?

Slide 2 - Open vraag

Waar kan glycogeen worden opgeslagen in het lichaam?
A
Lever en spieren
B
Spieren en de huid
C
Lever en de huid
D
Alleen de lever

Slide 3 - Quizvraag

Patiënten met diabetes type 1 moeten een hormoon inspuiten om hun glucosegehalte van het bloed te laten dalen. Welk hormoon is dit?

Slide 4 - Open vraag

Eilandjes van Langerhans
  • Naast verteringsenzymen, maakt de alvleesklier ook hormonen. Dit gebeurt in geïsoleerde groepjes cellen, de eilandjes van Langerhans
  • De zogenoemde β-cellen van de eilandjes van Langerhans produceren het hormoon insuline.
  • Insuline bevordert de opname van glucose in cellen. Dat gebeurt nadat insulinemoleculen binden aan receptoren in het celmembraan.
  • α-cellen maken glucagon. Dit hormoon bevordert in levercellen de omzetting van glycogeen in glucose en de afgifte van glucose aan het bloed.

Slide 5 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans

Slide 6 - Tekstslide

Insuline en glucagon zijn dus twee hormonen die een tegenovergestelde werking hebben. Ze zijn dus ... van elkaar. Welk begrip bedoelen we hier?

Slide 7 - Open vraag

Werking van insuline en glucagon

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Suikerziekte
  • Artsen maken onderscheid tussen diabetes type 1 en type 2.
  • Bij diabetes type 1 zijn de β-cellen van de eilandjes van Langerhans zo beschadigd dat zij niet in staat zijn insuline te maken --> insuline inspuiten.
  • Bij diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer op de insuline door falende receptoren (ontwikkelt zich gedurende het leven) --> dieet aanpassen.

Slide 10 - Tekstslide

Diabetes type 1 en type 2

Slide 11 - Tekstslide

Adrenaline
Bij spanning maak je adrenaline aan (tyrosinehormoon, uit bijniermerg). 

Adrenaline zorgt voor:
  1. Glycogeen wordt omgezet in glucose.
  2. Kringspiertjes rond je slagaders beïnvloeden (naar skeletspieren verslappen, naar darmen samentrekken).
  3. Adrenaline laat je hart sneller kloppen en versnelt en verdiept je ademhaling: er gaat sneller bloed met extra O2 naar de spieren.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
  • Paragraaf 13.4 opdrachten 30 t/m  41.

Slide 13 - Tekstslide

Lesplanning
  • Microscopie: schematische tekening maken.
  •  Onderwerp botweefsel, sluit aan bij 13.3 over calciumregeling.
  • Bekijken HBO info botweefsel.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht
Maak een schematische tekening van drie osteonen met de bijbehorende onderdelen volgens de tekenregels. 

Geef hierbij de volgende onderdelen aan:
  • Osteon (drie getekend)
  • Bloedvat
  • Matrix (calciumfosfaat, collagene vezels)
  • Botcellen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide