Engelse werkwoorden in Nederlands - V3

O dat was zóóóó awkward 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

O dat was zóóóó awkward 

Slide 1 - Tekstslide

awkward

Slide 2 - Woordweb

http://vindpunt.nl/vindpunt.php

Slide 3 - Tekstslide

Wat vreselijk, al die Engelse woorden in het Nederlands
Inderdaad, weg met alle Engelse woorden in het Nederlands!
Die Engelse woorden zijn stiekem best handig en horen erbij

Slide 4 - Poll

Waarom gebruiken we Engelse woorden in het Nederlands?

Slide 5 - Open vraag

1. is geen Nederlandse equivalent, bijvoorbeeld timing
2. voor de afwisseling, na doelpunt bijvoorbeeld goal
3. is korter in het Engels, bijvoorbeeld clown
4. soms is Engels preciezer, bijvoorbeeld loser

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zit het met Engelse werkwoorden in het Nederlands?

Na deze les:
Ik kan Engelse werkwoorden vervoegen in het Nederlands

Groene Kaart: werkwoordspelling
meeste is logisch, maar het ziet er soms niet uit! 

Slide 7 - Tekstslide

ENG werkwoorden in NL

Slide 8 - Woordweb

Type 1: faxen
net als in het Nederlands: ex-fokschaap 

gefaxt, dus niet gefaxed

Slide 9 - Tekstslide

Type 2: racen
stam is race
stam + t = hij racet
geracet
[s niet in kofschip]

Slide 10 - Tekstslide

Type 3: streamen 
stam: stream
ik rem > hij heeft geremd
ik stream > hij heeft gestreamd
langer maken / kofschip

Slide 11 - Tekstslide

Type 4: timen
stam: time 
stam + t: hij timet
kofschip: hij heeft getimed

Slide 12 - Tekstslide

Type 5: appen
appen > stam: app
kofschip: ik heb haar geappt

stressen > stam: stres
ik heb gestrest [gestresst]



Slide 13 - Tekstslide

Hij [surfen, tt] hier vaak.

Slide 14 - Open vraag

Jij [paintballen, tt] morgen ook mee toch?

Slide 15 - Open vraag

Hij heeft de notulen naar je [faxen, vt].

Slide 16 - Open vraag

Toen ik mijn pc [upgraden, vt], hield ik rekening met een paar probleempjes.

Slide 17 - Open vraag

Terwijl jij gisteren die film [downloaden, vt], zaten wij al iets anders te kijken.

Slide 18 - Open vraag

Gisteren werden we laat wakker en toen hebben we [brunchen, vt].

Slide 19 - Open vraag

Ik heb de oude versie van het artikel [deleten, vt].

Slide 20 - Open vraag

Wij hebben gisteren het hele nieuwe seizoen al [streamen, vt].

Slide 21 - Open vraag

Op school hebben we gisteren met de klas [breakdancen, vt].

Slide 22 - Open vraag

Mijn broer heeft vroeger veel [bridgen].

Slide 23 - Open vraag

Jij [barbecuen, tt] heel graag toch?

Slide 24 - Open vraag

Zij [daten, tt] een proefvoetballer

Slide 25 - Open vraag

Bij die toets voor de vakantie [stressen, vt] ik hem echt.

Slide 26 - Open vraag

Afsluiting
bij Engelse werkwoorden, niet in paniek raken

kofschip, 't ex-kofschip, xtc-koffieshop > 
zelf bij na blijven denken 


Slide 27 - Tekstslide