In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Steeds meer nieuwe woorden
Woorden uit het Engels
Verandering in de taal
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de regels
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als zwakke werkwoorden in het Nederlands.
Ze krijgen dus de uitgangen -t en -en in de tegenwoordige tijd, -de(n) of -te(n) in de verleden tijd en -d of -t in het voltooid deelwoord. Soms staat er een e voor de uitgang omdat dat nodig is voor de uitspraak.
Slide 3 - Tekstslide
Het type faxen - faxt - faxte - gefaxt
Werkwoorden van het type faxen zijn vergelijkbaar met een Nederlands werkwoord als beheksen. De Nederlandse werkwoordsuitgang komt direct achter de stam fax of beheks. Het is ik beheks - jij/hij behekst - behekste - behekst en dus ook ik fax - jij/hij faxt - faxte - gefaxt. Vormen als jij faxed of jij hebt gefaxed zijn nooit juist.
Slide 4 - Tekstslide
Het type racen - racet - racete - geracet
Dit type is vergelijkbaar met het vorige type, alleen is er nu een extra e in de vervoegingen nodig (race is de stam). Hij ract is namelijk niet goed herkenbaar en wordt ook niet goed uitgesproken.
Slide 5 - Tekstslide
Het type streamen - streamt - streamde - gestreamd
Werkwoorden van het type streamen, zijn vergelijkbaar met Nederlandse werkwoorden als remmen. Net zoals het ik rem - jij/hij remt - remde - geremd is, is het ik stream - jij/hij streamt - streamde - gestreamd.
Slide 6 - Tekstslide
Het type timen - timet - timede - getimed
Dit type is vergelijkbaar met streamen, maar nu is er weer een extra e nodig.
Slide 7 - Tekstslide
Dubbele medeklinker
Werkwoorden die in het Engels op een dubbele medeklinker eindigen, behouden die in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak van de klinker die ervoor staat: baseballt - baseballde - gebaseballd (uitspraak lijkt op ‘bol’), passen - passte - gepasst (‘paas’), appen - appte - geappt (‘ep’).
Slide 8 - Tekstslide
Ik ... hen gisteren
A
apte
B
appte
C
appete
Slide 9 - Quizvraag
Ik .... dat toernooi perfect
A
managde
B
managede
C
managedde
Slide 10 - Quizvraag
Ik .... mijn telefoon gisteren
A
update
B
updatet
C
updatete
Slide 11 - Quizvraag
Opdracht
Kies 3 engelse werkwoorden van de volgende slide
Je gaat overhoringszinnen maken. Gebruik dus deze vorm:
A-1: Claudia is uitgeput, want ze heeft zojuist ruim een uur … (squashen).
(de nummering bestaat uit de letter van de groep en het nummer van de zin)
De drie zinnen voldoen aan deze opdracht:
Schrijf een zin op waarin het woord als PV-TT (enkelvoud, 3e persoon) moet voorkomen.
Schrijf een zin op waarin het tweede woord als PV-VT (meervoud) moet voorkomen.
Schrijf een zin op waarin het derde woord als VD moet voorkomen.
(in totaal 3 zinnen)
Schrijf op je aparte uitwerkingenblaadje de oplossingen en de namen van alle groepsleden.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
(Leaven)
(Levelen)
(Pitchen)
(Pleasen)
(Scrubben)
(Soundmixen)
(Deleten)
(Snapchatten)
(Joggen)
(Lunchen)
(raten)
(deadliften)
(highfiven)
(uploaden)
(streamen)
(mixen)
(timen)
(leasen)
(relaxen)
Slide 13 - Tekstslide
Ronde 2
-alleen het zinnenblad met de drie zinnen die je net hebt verzonnen doorgeven aan volgende groep.
-de oplossingen van de 3 zinnen die al staan op het nieuwe zinnenblad (dat je net van een andere groep hebt gekregen) op je eigen oplossingenblaadje schrijven (zet er de goede nummering voor: bv A-1: …
-3 nieuwe zinnen toevoegen met drie andere woorden. Nummer ze door en zet er de letter van je groep voor: B-4: …,
-je eigen oplossingen weer op je oplossingenblad schrijven
Slide 14 - Tekstslide
Samengevat
Je vervoegt de woorden uit het Engels net als Nederlandse woorden.
Zorg dat je weet wat de stam van het werkwoord is!