H2.4 Formules maken bij grafieken

Statistiek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Statistiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Vragen huiswerk 
  2. Doel
  3. theorie
  4. aan de slag
  5. Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Vragen huiswerk?
H2.2 
Vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les:
Ik weet wat het stijg- en/of daalgetal is
Ik weet wat het begingetal is
Ik kan een formule maken bij een grafiek met een rechte lijn
Ik weet dat ik ook een letter kan gebruiken voor de horizontale as i.p.v. woorden
Ik weet dat ik deze letter dan ook moet gebruiken in de formule

Slide 4 - Tekstslide

Formules maken bij grafieken
Stappenplan
  1. Wat is het begingetal
  2. Wat is het daal of stijggetal
  3. Wat staat er bij de horizontale as
  4. Wat staat er bij de verticale as
  5. Zet alles op de juiste plek

Slide 5 - Tekstslide

Voor een stijgende grafiek

Slide 6 - Tekstslide

Voor een dalende grafiek

Slide 7 - Tekstslide


kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het begingetal?
A
kosten in €
B
0,79
C
0,14
D
afstand in kilometers

Slide 8 - Quizvraag


kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het daal of stijggetal?
A
kosten in €
B
0,79
C
0,14
D
afstand in kilometers

Slide 9 - Quizvraag

Formule maken bij een grafiek (2)
Gebruik altijd het volgende:

......................................= ................+ of - .........................x ..........................
Staat bij de verticale as
begingetal
daal- of stijggetal
staat bij de horizontale as

Slide 10 - Tekstslide

Hoe reken je het daal of stijggetal uit?
Kijk wat de toename (stijggetal) of afname (daalgetal) is per eenheid.

Bijv. som 38: na ieder uur gaat er 5 cm af

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld som 37 blz. 96

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld som 39 blz. 98
.........................................=.............- .............x.................................................

Slide 13 - Tekstslide

Zelf som 40 blz. 98

Slide 14 - Open vraag

Formules maken bij grafieken
Op de horizontale as staat vaak: tijd in uren
Je mag dit in de formule ook schrijven als t

Dat scheelt veel schrijfwerk. De formule komt er dan als volgt uit te zien:
Inkomsten in € = 10 + 15t
Hier staat dus: inkomsten in € = 10 + 15 x tijd in uren

Slide 15 - Tekstslide

Zelf maken (is huiswerk)

H2.4 som 37, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 en leerdoelencheck L4

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 17 - Open vraag