1.2 Hoe word je beïnvloed? deel 2

1 Hoe welvarend ben jij?
1.2 Hoe word je beïnvloed?
Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond, maak de startopdracht in stilte en leg je huiswerk open op je tafel
Damian
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1 Hoe welvarend ben jij?
1.2 Hoe word je beïnvloed?
Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond, maak de startopdracht in stilte en leg je huiswerk open op je tafel
Damian

Slide 1 - Tekstslide

Programma
* Startopdracht
* Herhalen theorie 1.2
* Maken opdrachten
* Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

1 Hoe welvarend ben jij?
1.2 Hoe word je beïnvloed?

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Hoe word je beïnvloed?
  • Ik kan met behulp van voorbeelden uitleggen op welke manier een handelaar zijn verkoop 
      probeert te laten stijgen.
  • Ik kan reclame onderverdelen in commerciële en ideële reclame. Daarbij maak ik bij de
      commerciële reclame onderscheid tussen informatieve reclame en merkreclame. 
  • Ik kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een doelgroep is.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen A-merken, B-merken en huismerken.
  • Ik kan een percentage uitrekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Marketing

Slide 5 - Tekstslide

Verkopen een kunst
Marketingmix
Marketing is alles wat een bedrijf doet om zo veel mogelijk producten te kunnen verkopen.
  • Productbeleid: Wat is het product en hoe ziet het eruit?
  • Plaatsbeleid: Waar verkoop je een product?
  • Prijsbeleid: Welke prijs zal/wil de consument betalen?
  • Promotiebeldi: Hoe zorg je ervoor dat het product bekend wordt (bv. reclame)?

Slide 6 - Tekstslide

Verkopen een kunst
Soorten reclame
Commerciële reclame is gericht op het verkopen van een product:
  • merkreclame: merknaam beter onthouden
  • informatieve reclame: informatie over bv. een nieuw product, de prijs,...

Ideële reclame laat je nadenken over maatschappelijke thema's (vaak door de overheid)

Slide 7 - Tekstslide

Verkopen een kunst
Doelgroep
Wat is een doelgroep?
De doelgroep is de groep consumenten  aan wie men graag wil verkopen.

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Hoe word je beïnvloed?
A-merken, B-merken en huismerken
  • A-merken is bij iedereen gekend (bv. CocaCola en Pepsi)
  • B-merken zijn goedkoper, maar niet per definitie minder (bv  First Choice)
  • Huismerken worden enkel in eigen winkels verkocht (bv. River Cola)

Slide 9 - Tekstslide

Van getal naar percentage
Onthoud de volgende formule:
wat : waarvan x 100 
of anders geschreven
deel : geheel x 100

Slide 10 - Tekstslide

Van getal naar percentage
Ursula geeft een feestje met BBQ.
Het budget voor het hele feestje is 90 euro.
Bij de slager geeft ze 34 euro uit aan hamburgers.
Hoeveel procent van het budget geeft ze uit bij de slager?

Slide 11 - Tekstslide

Van getal naar percentage
Ursula geeft een feestje met BBQ.
Het budget voor het hele feestje is 90 euro.
Bij de slager geeft ze 34 euro uit aan hamburgers.
Hoeveel procent van het budget geeft ze uit bij de slager?
deel is € 34, geheel is € 90
dus € 34 : € 90 x 100 = 37,8%
Of via verhoudingstabel, zie bord

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Wat
Maken opgaven paragraaf 1.2 blz 14 t/m 17
Hoe
Zelfstandig, of met buur op fluistertoon
Hulp
Theorie in boek, buur, daarna mw. de Boer
Tijd
25 minuten
Uitkomst
je begrijpt de leerdoelen en kunt deze toepassen
Klaar
Top! Dan mag je de herhalingsopgaven op blz 28 maken

Slide 13 - Tekstslide

1.2 Hoe word je beïnvloed?
  • Ik kan met behulp van voorbeelden uitleggen op welke manier een handelaar zijn verkoop 
      probeert te laten stijgen.
  • Ik kan reclame onderverdelen in commerciële en ideële reclame. Daarbij maak ik bij de
      commerciële reclame onderscheid tussen informatieve reclame en merkreclame. 
  • Ik kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een doelgroep is.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen A-merken, B-merken en huismerken.
  • Ik kan een percentage uitrekenen.

Slide 14 - Tekstslide

de afsluiter...
Wat hebben jullie geleerd?
Hoe ging de les?

Slide 15 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende les gaat over:

Inkomsten en uitgaven

Slide 16 - Tekstslide