§ 11 Spelling- werkwoordsvormen en ww tijden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
 
Na deze les weet je hoe je werkwoordsvormen en werkwoordstijden kunt herkennen en gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat een werkwoord verschillende vormen kan hebben en hoe je die verschillende werkwoordsvormen moet spellen. 
Een overzicht:
infinitief (inf): fietsen;
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): (ik) fiets, (jij/hij/zij) fietst, (wij/jullie/zij) fietsen;
persoonsvorm verleden tijd (pvvt): fietste, fietsten;
voltooid deelwoord (vd): gefietst;
onvoltooid deelwoord (od): fietsend.




Slide 3 - Tekstslide

Er zijn verschillende werkwoordstijden:

onvoltooid tegenwoordige tijd (ott):
Imke kijkt naar het journaal.
Siem arriveert op tijd.

onvoltooid verleden tijd (ovt):
Imke keek naar het journaal.
Siem arriveerde op tijd.

Slide 4 - Tekstslide

voltooid tegenwoordige tijd (vtt):
Imke heeft naar het journaal gekeken.
Siem is op tijd gearriveerd.

voltooid verleden tijd (vvt):
Imke had naar het journaal gekeken.
Siem was op tijd gearriveerd.

Slide 5 - Tekstslide

In de voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn

Verderop in de zin staat dan vaak (maar niet altijd) een voltooid deelwoord, maar niet altijd: ook zinnen met bijvoorbeeld heeft moeten nablijven, hadden willen komen en was gaan wandelen staan in de voltooide tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik bij het maken van de opdrachten de theorie van blz. 260
Maken:
blz. 260
Opdr. 1 t/m 6

Snel klaar?  Je gaat met je IPad naar "De Brug Meestromen"
Je leest opnieuw de theorie en maakt de opdrachten van § 1 t/m § 9 

Slide 10 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 11 - Tekstslide

H1E- 2022-2023

Slide 12 - Tekstslide

Tekst
Tip: 
als ze sterk worden dan veranderen ze, net als een sterk werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide