B1D vd en od 31/3/2022

Voltooid en onvoltooid deelwoord
voltooid = iets is geweest, voorbij
onvoltooid = iets dat nog niet voorbij is, dat nog bezig is.

Onvoltooid deelwoord = een werkwoord in de zin, dat niet de persoonsvorm (pv) in de zin is. Deze is makkelijk te vinden in de zin: het hele werkwoord + d staat in de zin.
                             od            (=onvoltooid deelwoord)
Colin /gaat/ fietsend/ naar school.
          / pv / 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voltooid en onvoltooid deelwoord
voltooid = iets is geweest, voorbij
onvoltooid = iets dat nog niet voorbij is, dat nog bezig is.

Onvoltooid deelwoord = een werkwoord in de zin, dat niet de persoonsvorm (pv) in de zin is. Deze is makkelijk te vinden in de zin: het hele werkwoord + d staat in de zin.
                             od            (=onvoltooid deelwoord)
Colin /gaat/ fietsend/ naar school.
          / pv / 

Slide 1 - Tekstslide

voltooid deelwoord = vd
Voltooid deelwoord = een werkwoord in de zin (niet de pv)
Bij een vd is er altijd een tweede werkwoord in de zin: hebben/zijn/worden (=de pv)
Eigenschappen van het vd:
- staat meestal aan het einde van de zin
- begint met ge- / be- /ver-
- eindigt meestal met -d / -t/ soms met -en
(maak het vd langer om te kunnen horen wat de laatste letter is)
Een paar leerlingen /zijn/ naar school gefietst.

Slide 2 - Tekstslide

fietsen
Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 1?

Ik heb ..............( )

Slide 3 - Woordweb

winnen
Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 2?

Heb jij ..............( )?

Slide 4 - Woordweb

verscheuren
Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 5?

Het papier is ..............( )?

Slide 5 - Woordweb

leiden
Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 1?

Het smeltwater heeft tot veel overstromingen ..............( ).

Slide 6 - Woordweb

doorprikken
Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 3?

De EHBO'ers hebben gisteren veel blaren ..............( ).

Slide 7 - Woordweb

overkopen
Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 2?

Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin ..............( ).

Slide 8 - Woordweb

Eens kijken of dit lukt...
Kunnen jullie deze oefening online maken?

Slide 9 - Tekstslide

En nu....oefenen met werkwoorden vervoegen (=veranderen in de juiste vorm)
In de tegenwoordige tijd gebruiken we DRIE regels
bij het schrijven van de persoonsvorm:
ik-vorm
ik-vorm+t
het hele werkwoord

LET OP: het werkwoord aan het einde van de zin is het voltooid deelwoord. Kijk in je aantekeningen van gisteren om die goed te schrijven

Slide 10 - Tekstslide

OPDRACHTEN
Maak opdrachten 5 en 6 op blz 111 uit je lesboek.
Zet de antwoorden in je schrift.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe was je inzet deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll